Recht H12 Flashcards

1
Q

Aanbod + Aanvaarding =

A

Overeenkomst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bedreiging

A

Gedwongen een onrechtmatige overeenkomst aangaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bedrog

A

Opzettelijk iemand misleiden tot aangaan overeenkomst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Beschikkingsbevoegdheid

A

Bevoegdheid om over goederen te beschikken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bestanddeel

A

Onderdeel van (on)roerende zaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Bezit

A

Het houden van een goed voor zichzelf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Cessie

A

Levering van een vordering op naam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Dwaling

A

Het tot stand komen van een overeenkomst bij een verkeerde voorstelling van zaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Eigendom

A

Het meest omvattende recht dat een persoon op een zaak kan hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Eigendomsoverdracht

A

De overdracht van het eigendom van een onroerende zaak bij de notaris via een notariële akte en de inschrijving daarvan bij het kadaster

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Eigendomsvoorbehoud

A

Een beding waarin staat dat het eigendom pas overgaat als de koper heeft betaald

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Formele overeenkomst

A

Overeenkomsten die schriftelijk zijn vastgelegd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Goederen

A

Zaken en vermogensrechten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Handelingsbekwaamheid

A

In staat en gerechtigd zijn om zelfstandig (zonder toestemming van ouder of voogd) een rechtshandeling te verrichten die niet kan worden teruggedraaid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Herroepelijk aanbod

A

Een aanbod waarbij geen termijn voor aanvaarding is opgenomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Houderschap

A

Het houden van een goed ten behoeve van een ander

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Kadaster

A

Een openbaar register waarin alle transport en hypotheekakten worden ingeschreven. De notaris regelt de inschrijving

18
Q

Levering

A

Eigendom overdragen

19
Q

Misbruik van omstandigheden

A

Het onrechtmatig gebruik maken van een situatie waarbij een ander een overeenkomst sluit die hij normaal niet gesloten zou hebben

20
Q

Nietigheid

A

De beoogde rechtsgevolgen van een rechtshandeling zijn automatisch niet van toepassing omdat de rechtshandeling in strijd is met de wet, de goede zeden of de openbare orde

21
Q

Onherroepelijk aanbod

A

Een aanbod waarbij een termijn voor aanvaarding is opgenomen

22
Q

Onroerende zaken

A

De grond, de nog niet gewonnen delfstoffen, de beplanting van de grond en de met de grond duurzaam verenigde gebouwen en werken

23
Q

Overeenkomst

A

Juridisch bindende afspraak, waarbij twee of meer partijen dezelfde rechtsgevolgen willen

24
Q

Rechtshandeling

A

Een handeling gericht op enig rechtsgevolg (een rechtshandeling bestaat altijd uit een wil + verklaring)

25
Q

Roerende zaken

A

Alle zaken die niet onroerend zijn

26
Q

Titel

A

De rechtsgrond die tot overdracht van een goed verplicht

27
Q

Vernietigbaarheid

A

Een op zicht geldige rechtshandeling die door een rechter kan worden vernietigd

28
Q

Vrijblijvend aanbod

A

Een aanbod dat ook nadat het is aanvaard nog kan worden herroepen

29
Q

Redelijkheid en billijkheid

A

Ongeschreven recht dat een aanvullende of beperkende werking heeft op het in wetten vastgestelde recht

30
Q

Wederpartij

A

Tegenpartij, de partij met wie een overeenkomst wordt gesloten

31
Q

Wilsgebreken

A

Bedrog, bedreiging en misbruik van omstandigheden

32
Q

Wilsovereenkomst

A

Het juridisch met elkaar eens zijn. Een voorwaarde voor het bestaan van de overeenkomst

33
Q

Zaken

A

Stoffelijk objecten die door mensen kunnen worden beheerst

34
Q

Aanbod vervalt door

A

Herroeping of verwerping

35
Q

Drie soorten aanbod

A

Onherroepelijk (er was een termijn voor aanvaarding), Normaal aanbod (kan worden herroepen zolang niet aanvaard), Vrijblijvend aanbod (kan ook na aanvaarding nog worden herroepen).

36
Q

Als er geen sprake is van een wil noemen we dat

A

Wilsontbreken

37
Q

Wil stemt niet overeen met verklaring

A

Wilsgebreken

38
Q

Wat is gerechtvaardigd vertrouwen?

A

Bij verschil wil + verklaring beroept tegenpartij op gerechtvaardigd vertrouwen

39
Q

Wanneer is een overeenkomst nietig?

A

Bij een verspreking/typefout

40
Q

Wanneer is een overeenkomst vernietigbaar?

A

Bij geestelijke stoornis, bij een handelingsonbekwame (minderjarige of iemand onder curatele) of wettelijke wilsgebreken (Bedreiging, bedrog, misbruik van omstandigheden of dwaling)

41
Q

Wanneer kan je je beroepen op gerechtvaardigd vertrouwen?

A

Bij een geestelijke stoornis