recht best Flashcards
3 openbare lichamen
regering, minister, staatssecretarissen
ZBO
organisatie dat overheidstaken uitvoerd, maar niet direct onder het gezag van een minister valt en die als zodanig bij wet is ingesteld of aangewezen
2 soorten bestuursbevoegdheden
vrij en gebonden
vrijebevoegdheden
beleidsruimte, beoordelingsruimte
Legaliteitsbeginsel
alles wat de overheid doet moet op de wet gebaseerd zijn
specialiteitsbeginsel
wetten moeten een specifiek belang hebben
Attributie
uit de wet
delegatie
overdragen van een bevoegdheid dat in eigen naam mag uitoefenen
Mandaat
overdragen van een bevoegdheid om in naam van een ander te mogen handelen
RV1: beslissing
wilsuiting gericht op rechtsgevolg
RV2: schriftelijk
mag (soms) ook digitaal)
RV4: publiekrechtelijk
taak moet krachtens de wet aan het BO zijn opgedragen
RV5: rechtshandeling
er moet sprake zijn van een beoogd rechtsgevolg
Opera
Objectief: geen subjectieve beleving (eng, lelijk)
oPera
Persoonlijk: onderscheiding van de andere burgers
opEra
Eigen belang: niet in het belang van een ander (tenzij machtiging)
opeRa
Rechtsstreeks belang: direct (causaal) verband tussen besluit BO en belang
operA
Actueel: het belang moet NU spelen
Besluiten van algeemene strekking (4)
AVV plannen beleidsregels overige BAS
Formele ABBB’s
Fairplay, zorgvuldigheid, motiverings, rechtszekerheid
Materiële ABBB’s
Verbod detournement de pouvoir, gelijkheidsbeginsel, motiveringsbeginsel, vertrouwen, verbod op willekeur (redelijkheid en evenredigheid)
Wet in formele zin
SG + regering
Wet in materiële zin
AVV
Trias politica
wetgevende, uitvoerende, rechtsprekende
verkrijgen (S of L beginsel)
Legaliteitsbeginsel
uitoefening (S of L beginsel)
Specialiteitsbeginsel