Recht Flashcards
Wat is het nut van het recht?
Rechtsregels zorgen voor orde en harmonie in de samenleving. Iedereen moet de regels volgen (wetsorde). Dit voorkomt dat sterkere partijen zwakkeren uitbuiten.
Wat is een wetorde?
Systeem van regels dat door iedereen gevolgd moet worden.
Welke rechtsbronnen zijn er?
Wetten, decreten, verordeningen.
Wetten
Regels opgelegd door de federale wetgevende macht (Kamer en Senaat), ondertekend door de Koning, geldig in heel België.
Decreten
Wetgeving opgelegd door gemeenschappen en gewesten, specifiek voor hun regio.
Verordeningen
Besluiten van algemene strekking door Koning, minister, provincie of gemeente.
Gewoonterecht
Ongeschreven regels die door langdurige praktijk algemeen aanvaard zijn.
Rechtsleer (doctrine)
Studies en adviezen van rechtsgeleerden die bijdragen aan wetsontwikkeling.
Rechtspraak
Interpretaties en toepassingen van de wet door rechters en raadsheren, die precedenten scheppen.
Europees recht
EU-lidstaten moeten EU-wetten en regelgeving respecteren.
Internationale verdragen
Overeenkomsten tussen landen die, na ondertekening, als wet worden toegepast (bijv. Kinderrechtenverdrag).
Gerechtelijke instellingen
Onderverdeling van rechtbanken en hoven naar bevoegdheid.
Strafrechtbanken
Behandelen overtredingen en misdrijven (bijv. diefstal, verkeersovertredingen).
Burgerlijke rechtbanken
Behandelen geschillen tussen burgers (bijv. echtscheiding, burenruzie).
Vredegerecht
Behandelt kleine burgerlijke geschillen (bijv. huurconflicten, burenruzies) tot max. €1860.
Politierechtbank
Behandelt kleine misdrijven en verkeersovertredingen.
Rechtbank van Eerste Aanleg
Bestaat uit: burgerlijke rechtbank (geschillen > €5000), correctionele rechtbank (wanbedrijven), familierechtbank (familiezaken), jeugdrechtbank (minderjarige delinquenten), strafuitvoeringsrechtbank (uitvoering van straffen).
Arbeidsrechtbank
Behandelt zaken over arbeidsrecht en sociale zekerheid.
Ondernemingsrechtbank
Behandelt geschillen tussen ondernemingen en vennootschappen.
Hof van Beroep
Behandelt beroepen tegen uitspraken van de Rechtbank van Eerste Aanleg en Ondernemingsrechtbank.
Arbeidshof
Behandelt beroepen tegen uitspraken van de Arbeidsrechtbank.
Hof van Assisen
Behandelt de zwaarste misdrijven (bijv. moord, brandstichting). Beslissing door volksjury.
Hof van Cassatie
Hoogste rechtbank in België, controleert of wet correct is toegepast.
Rechter
Spreekt een oordeel uit over een geschil, op basis van wet, rechtspraak, rechtsleer en gewoonte.
Magistratuur
Houdt rekening met de wet, rechtspraak, rechtsleer, gewoonte.
Onderzoeksrechter
Leidt gerechtelijk onderzoek en verzamelt bewijzen bij een misdrijf. Kan dwangmaatregelen opleggen.
Openbaar Ministerie (Parket)
Vertegenwoordigt de samenleving, spoort misdrijven op en vervolgt deze in de rechtbank.
Natuurlijke persoon
Een mens met een identiteit, juridisch erkend via geboorteakte.
Rechtspersoon
Een juridische constructie die als zelfstandige entiteit rechten en plichten heeft.
Publiekrechtelijke rechtspersoon
Rechtspersoon binnen het publieke recht.
Privaatrechtelijke rechtspersoon
Rechtspersoon ontstaan door privé-initiatief.
Staat van een persoon
Juridische toestand binnen familie en maatschappij.
Individuele staat
Staat van een persoon als individu.
Familiale staat
Relatie van een persoon binnen een familie.
Maatschappelijke staat
Positie van een persoon in de samenleving.
Verwantschap
Juridische band tussen personen met afstamming.
Geef een voorbeeld van 1ste graad verwantschap
ouders en kind
Geef een voorbeeld van 2e graad verwantschap
broers en zussen
Geef een voorbeeld van een 3e graad verwandschap
tante, oom, neef, nicht
Bloedverwantschap
Verwantschap door afstamming = rechtelijn
Rechtopgaande lijn
bij erfenis gebruikt: (groot)ouders, (groo)ooms, neven en nichten
Zijlijn
stamt van éénzelfde persoon.1 gemeenschappelijke ouder: broers, zussen, halfbroer,…
Recht neergaande lijn
kind is verwant van zijn (groot)ouders.
Aanverwantschap
Verwantschap door huwelijk of partnerschap.
Is verwantschap en aanverwantschap hetzelfde?
Nee!
Goed’ binnen recht en economie?
Zaken en vermogensrechten waarop een recht kan worden uitgeoefend.
Roerende goederen
Verplaatsbare en verhandelbare zaken.
Onroerende goederen
Zaken die niet verplaatsbaar zijn.
vermogensrecht
deel van recht dat te maken heeft met zaken en goederen
vervreemdbaar
iets dat iemand anders bezit kan worden
onvervreemdbaar
iets dat nooit iemand anders zijn bezit kan worden
Eigendom
Volledig recht over een goed.
Bezitting
Feitelijk gebruik van een goed zonder eigendom.
Vruchtgebruik
Recht om een goed te gebruiken zonder eigenaar te zijn.
Lichamelijke goederen
tastbaar, met zintuigen waarneembaar: huis, wagen, aarde,…
Onlichamelijke goederen
Ontastbaar, niet met zintuigen waarnemen: zakelijkrecht zoals vruchtgebruik of erfdienstbaarheid.
Naakte eigendom
Eigendom zonder gebruiksrecht.
Erfdienstbaarheid
Recht om een eigendom deels te gebruiken zonder eigenaar te zijn.
Eigendom
gebruiksrecht, genotsrecht, beschikkingsrecht
gebruiksrecht
je mag iets gebruiken, genot ervan hebben (tegen betaling), ik mag fiets gebruiken
genotsrecht
recht op het genot van een zaak, ik mag een fiets verhuren en het huurgeld vrij besteden
beschikkingsrecht
recht om veranderingen aan te brengen, Ik mag er veranderingen aanbrengen.
Bezit
je hebt iets zonder de 3 eigendomsrechten. Vb museum heeft objecten in bezit, de eigendom is van de kunstenaar.
Eigendomsrecht
bepaalt alle regels mbt de eigendom.
Hoe kan men eigendom verkrijgen?
Toe-eigening, vinding, natrekking, verjaring, levering, erfenis, schenking, verbintenis
Verbintenis
Juridische verplichting tussen partijen. Huwelijk, koop, ruil,lening,bewaargeving, lastgeving.
Toe-eigening
iets in bezit nemen dat niemand toehoort bvb vissen, wilde dieren
Vinding
getroffen goed dat geen eigenaar heeft bvb een schat
Natrekking
kleine zelfstandige zaak gaat deeluitmaken van grotere zaak, kleinere gaat teniet.
Verjaring
na verloop van tijd verkregen door verjaring: voorwaarden: voortdurend/ onafgebroken bezit, openbaar bezit, bezit als eigenaar, bezit van minstens 30 jaar
Levering
eigendomsverkrijging door overhandiging bvb overhandiging sleutel na aankoop huis
Erfenis
verkregen na overlijden (goederen en schulden).
Erflater, erfgenaam, erfenis
Erflater: overledenen, erfgenaam: die vermogen van erflater ontvangt, ergernis: bezittingen en schulden.
Schenking onder levende en testamenten
verkregen van levende
Tot wie behoren goederen die geen eigenaar hebben?
Tot de staat!
Erven van naakte eigendom
iemand mag goed gebruiken zolang hij/zij leeft, overlijden gebruiker = goed ten volle eigendom
Erven van vruchtgebruik
iemand wordt na uw overlijden volle eigenaar. Zolang jij leeft mag je goed gebruiken.
Erven van volle eigendom
verkrijgt alle rechten, mag doen met goed wat je wil.
Erfdienstbaarheden - wettelijk
door de wet opgelegd: bvb gemene muur op scheiding tussen 2 eigendommen
Erfdienstbaarheden - natuurlijk
slechts 1 natuurlijke erfdienstbaarheid = waterafloop (water mag niet geblokkeerd worden van hoger gelegen stuk)
Erfdienstbaarheden - conventioneel
onderlinge overeengekomen erfdienstbaarheden bvb recht van doorgang van ene erf naar andere
Schuldeiser
Persoon die recht heeft op een prestatie.
Schuldenaar
Persoon die een prestatie moet leveren.
Bronnen van verbintenissen
Oorzaken waardoor een verbintenis ontstaat.
Contract
Overeenkomst tussen twee partijen met wederzijdse rechten en plichten.
Oneigenlijk contract
Verbintenis zonder expliciete overeenkomst.
Zaakwaarneming
Het vrijwillig op zich nemen van het behartigen van iemand anders belang.
Onverschuldigde betaling
Wanneer iemand een betaling doet of presteert aan iemand anders zonder dat dit deze persoon toekwam.
Verrijking of vermogensverschuiving zonder oorzaak
Wanneer iemand onrechtvaardig vermogen verkrijgt van een ander zonder dat hier een verbintenis voor was opgemaakt.
Onrechtmatige daad
Een foutieve handeling waardoor iemand schade lijdt, waarvoor schadevergoeding moet worden betaald.
Eenzijdige rechtshandeling
Een handeling van één partij waarmee een juridische verbintenis wordt beëindigd.
Voornaamste gevolgen van verbintenis
partijen beloven elkaar iets te doen of niet te doen, zijn verplicht dit na te komen. Met overeenkomst.
Overmacht
Een partij kan door onvoorziene omstandigheden een contract niet nakomen zonder dat er sprake is van schuld.
Contractuele fout
Een contract wordt niet nagekomen en de rechtbank kiest voor ontbinding of gedwongen uitvoering.
Gedwongen uitvoering
De rechtbank kan beslissen dat een partij zijn verplichting moet nakomen.
Dwangsom
Geldsom die een schuldenaar moet betalen per dag dat hij een verplichting niet nakomt.
Ingebrekestelling
Een formele aanmaning waarin wordt geëist dat de schuldenaar zijn verplichting nakomt, anders volgt een rechtszaak.
Verbintenis uit onrechtmatige daad
Door een fout moet schade worden vergoed.
Burgerlijke aansprakelijkheid
Verplichting om schade te vergoeden die door een fout is veroorzaakt.
Rechtshandeling
Een handeling die bewust wordt uitgevoerd met juridische gevolgen.
Rechtsfeit
Een handeling met juridische gevolgen zonder dat dit de bedoeling was.
Nakoming
Beide partijen hebben hun verbintenis vervuld, waardoor deze eindigt.
Opzegging
Een overeenkomst wordt eenzijdig beëindigd.
Vermenging
Schuldeiser en schuldenaar worden door omstandigheden dezelfde persoon.
Schuldvernieuwing
Een nieuwe overeenkomst vervangt een oude.
Afstand
De schuldeiser doet afstand van zijn rechten.
Kwijting
De schuldeiser scheldt de schuld kwijt.
Schriftelijk bewijs
Officiële documenten als bewijs.
Bewijs door getuigen
Verklaringen van mensen als bewijs.
Vermoedens
Aannames op basis van feiten.
Bekentenis
Een schuldenaar erkent schuld.
Eed
Verklaring onder ede met juridische gevolgen.
Wilsautonomie
Vrijheid om contracten naar wens te sluiten.
Consensualisme
Overeenkomsten ontstaan door wederzijds akkoord.
Contract als wet
Een contract is bindend zodra het gesloten is.
Contract ter goede trouw
Partijen moeten samenwerken om doelstellingen te behalen.
Geldigheidsvereisten van een contract
Een contract moet voldoen aan toestemming, bekwaamheid, een voorwerp en een oorzaak.
Handelingsbekwaamheid
Iemand moet juridisch in staat zijn een contract te sluiten.
Rechtsgeldig voorwerp
Het contract moet over een geoorloofde zaak gaan.
Geoorloofde oorzaak
De reden voor het contract moet legaal zijn.
Koopcontract
Overeenkomst waarin een verkoper en koper zich verbinden iets te geven en te ontvangen.
Ziekteverzekering
Dekt de meeste kosten van medisch advies, behandelingen, medicijnen, het gebruik van hulpmiddelen. Mogelijk via een ziekenfonds of de Hulpkas voor ziekte- en invaliditeitsverzekering.
Arbeidsongeschiktheid
Niet in staat zijn arbeid te verrichten met een erkende economische meerwaarde.
Pensioen
Periodieke uitkeringen die inkomen vervangen bij ouderdom, overlijden of arbeidsongeschiktheid.
Beperkte faillissementsverzekering
Overbruggingsrecht voor zelfstandigen en ondernemers bij faillissement of noodgedwongen stopzetting. Behoudt rechten op kinderbijslag en geneeskundige verzorging, met maandelijkse uitkering tot 12 maanden.
Gezinsbijslag
Financiële ondersteuning voor ouders om basisbehoeften van kinderen tot 18 jaar (of 25 jaar bij studie of beperkt inkomen) te dekken.
BA auto (en motor)
Vergoedt lichamelijke en materiële schade die met een voertuig wordt veroorzaakt aan derden en/of inzittenden.
Arbeidsongevallen personeel
Verplicht voor werkgevers/particulieren met personeel. Beschermt werknemers tegen werkgerelateerde risico’s.
BA brand en ontploffing
Slachtoffers hoeven schuld niet te bewijzen; de aansprakelijke partij moet de schade vergoeden.
Beroepsaansprakelijkheidsverzekering
Aansprakelijkheid bij beroepsfouten of nalatigheden. Verplicht voor bepaalde beroepen zoals artsen, architecten en boekhouders.
Verplichte contractuele verzekeringen
Brandverzekering voor huurders
Dekt schade aan woning en inboedel door brand of andere oorzaken. Ook burgerlijke aansprakelijkheid bij schade aan derden.
Omniumverzekering wagen
Verplicht bij financieringsmaatschappijen voor autoleningen.
Aanvullende verzekeringen (niet verplicht, maar aanbevolen)
Hospitalisatieverzekering
Dekt kosten bij ziekenhuisopname zoals erelonen, privékamers, voor- en nazorg.
Levensverzekering
Financiële bescherming bij overlijden of pensioen. Kan niet oververzekerd worden.
Verzekering kleine risico’s
Basisziekteverzekering via ziekenfonds.
Verzekering gewaarborgd inkomen
Beschermt zelfstandigen tegen inkomensverlies bij ziekte of ongeval.
Vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen
Pensioenopbouw voor zelfstandigen via beperkte jaarlijkse stortingen.
Rechtsbijstandverzekering pechverhelping
Aanvullend op autoverzekering. Biedt juridische ondersteuning en vergoedt gerechtskosten bij schadegevallen.
BA (familiale verzekering)
Dekt schade veroorzaakt door jou, gezinsleden of huisdieren aan derden.
Arbeidscontract
Arbeidsovereenkomst
Overeenkomst tussen werkgever en werknemer met vier essentiële elementen: overeenkomst, arbeid, loon en gezag van de werkgever.
Soorten arbeidsovereenkomsten
Op basis van aard van arbeid (arbeider/bediende), duur (bepaalde/onbepaalde tijd), omvang prestatie (voltijds/deeltijds).
Schorsing arbeidsovereenkomst
Tijdelijke stopzetting door ziekte, zwangerschap, geboorteverlof, adoptieverlof, kort verzuim of verlof om dwingende redenen.
Einde arbeidsovereenkomst
Door onderling akkoord, overlijden, overmacht, contractbreuk of dringende reden.
Arbeidsreglement
Arbeidsreglement
Wettelijk verplicht document met regels voor loon, werkuren, opzegtermijnen, sancties, etc. Uitzonderingen voor specifieke beroepen.
Sociale zekerheid
Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ)
Belgische instelling die sociale bijdragen int en beheert. Verdeelt geld over ziekteverzekering, werkloosheid, pensioen, etc.
3 Stelsels
Werknemersstelsel (volledige rechten), zelfstandigenstelsel (beperkte rechten), overheidsstelsel (volledige rechten).
Sociale bijstand
Beheerd door OCMW, FOD Sociale Zekerheid, Rijksdienst voor Kinderbijslag en Rijksdienst voor Pensioenen.