Reageert op onvoorziene en crisissituaties Flashcards
Vijf aandachtspunten bij EHBO
let op gevaar
ga na wat er is gebeurt en wat slachtoffer mankeert
blijf kalm en voorkom paniek, stel gerust
roep zonodig hulp in
verzorg het slachtoffer ter plekke
Om algemene toestand te beoordelen let je op:
Ademhaling
Bewustzijn
Circulatie
Problemen bij ademhaling
hyperventilatie
verslikking
ademstilstan
Bewustzijnsstoornissen
Flauwte - kortdurende vermindering van bewustzijn door te kleine bloedtoevoer
Bewusteloosheid - diep/minder diep
Circulatieproblemen
circulatiestilstand
bloedingen
shock
Vijf verschijnselen van circulatiestilstand
ontbreken waarneembare hartslag ademstilstand bewusteloosheid grauwe huidskleur lichtstijve pupillen
hartmassage
massage tussen de 100 en 120 keer per minuut
30 om 2
na 20 minuten geen contact meldkamer mag je stoppen
verschijnselen van shock
weke en snelle hartslag bleke, grauwe gelaatskleur klamme, koude huid snelle, oppervlakkige ademhaling slachtoffer is onrustig en heeft dorst slachtoffer kan slaperig worden en geleidelijk bewustzijn verliezen
giftige stoffen kunnen op de volgende manier het lichaam binnenkomen
spijsverteringskanaal:
- bijtende stoffen en petroleumprodructen - niet braken, maar drinken
- niet-bijtende stoffen - bijv. medicijnen - wel braken, niet drinken
ademweg en longen - frisse lucht
- gassen en dampen met prikkelende werking - chloorgas en ammoniak
- gassen en dampen die werken na opname in bloed - koolmonoxide, blauwzuurgas, zwavelwaterstofgas
via de huid - huid spoelen - minimaal 30 min.
- stoffen met schadelijke effecten - logen en zuren, kunnen dampen worden
- stoffen die door de huid worden opgenomen
Psychosociale probleem =
te maken heeft met bepaalde gevoelens en gedachten
te maken heeft met andere mensen of instanties
Eerste hulp bij psychosociale problemen
tijdig oppikken van signalen - onrust, achterdocht
directe oorzaak wegnemen - ga gesprek aan
aandacht schenken aan hulpvraag - bied ruimte
deëscalerende interventies - vertel wat je ziet en voelt
maatregelen om vrijheidsbeperkende maatregelen terug te dringen
aanpassen benadering aan wensen - andere tijden
aanpassen omgeving - andere groep
materialen aanpassen - laag bed
activiteiten of middelen aanbieden om onrust te verminderen
domotica inzetten - kunnen onder Wzd vallen
verschijningsvormen agressie
dreigend agressief gedrag - verwachting dat..
milde agressie - handelingen drukken ongenoegen uit
matige agressie - drukt toegenomen boosheid uit
extreme agressie - daadwerkelijk fysiek geweld
passieve agressie - niet uitgesproken, wel duidelijk merkbaar
Omgaan met agressie
blijf luisteren, probeer behoeften te achterhalen denk aan ruimtelijke positie - niet te snel en te dichtbij blijf kalm, open en niet-bedreigend rustig praten vragen stellen met hoe en wat 'zullen we...' zoek rustige plek vermijd afkeuring en autoriteit eerlijk zijn en geen valse beloften doen
ABC-gedragsmodel helpt om agressie te herkennen en strategie te kiezen - te de-escaleren
Agressievisie - wederzijds respect, vroegtijdig herkenning, veilig klimaat
Beroepshouding - bespreekbaarheid, neutraliteit, respect, win-win, afstand/nabijheid, bekrachtiging, proactiviteit
Communicatie - duidelijkheid, transparantie, aansluiting
ABCDE-agressiemodel beschrijft 5 fasen van agressie en vijf manieren om mee om te gaan
A-gedrag - excuusgedrag B-gedrag - tegen beleid gericht C-gedrag - persoonlijke aanval D-gedrag - dreiging met fysiek geweld E-gedrag - fysiek geweld
crisis in de psychiatrie =
een plotselinge verstoring van het dagelijks leven als gevolg van een emotioneel ingrijpende gebeurtenis
plotselinge verwardheid
zelfmoorddreigingen
angst en lichamelijke tekenen van spanning of stress
Wetgeving in crisissituaties
Wzd
Wvggz
WGBO
Grenzen stellen
geef duidelijk en rustig aan dat je gedrag niet wenst
wijs non-verbaal ook gedrag af
geef aan dat je gedrag gaat bespreken met leidinggevende
geef consequenties aan
bespreek gedrag met leidinggevende
leer assertief en direct te zijn, zonder agressiviteit uit te stralen
Probleem gedrag of onbegrepen gedrag
gedragstekorten - wanneer een zorgvrager onvoldoende gewenst gedrag vertoont
ongewenst gedrag - onbevredigend voor zorgvrager of omgeving
oorzaken probleem gedrag
medisch-biologisch - genetisch of organisch
individueel-psychologisch - depressie
ecologisch/sociaal-psychologisch - gedrag wordt in stand gehouden door interactie
hoe ga je met probleemgedrag om?
signaleringsfase: signaleren, probleemsituatie met team in kaart brengen, multidisciplinair in kaart brengen
diagnosefase: oorzaken in kaart brengen, doel bepalen
behandelingsfase: interventies formuleren en uitvoeren
evaluatiefase: resultaten terugkoppelen, conclusies trekken
Gedragstherapie richt zich op:
factoren die gedrag in stand houden: goed gedrag toenemen en slecht gedrag afnemen.
Hoe beïnvloed je gewenst gedrag?
positieve bekrachtiging - je voegt iets prettigs toe
negatieve bekrachtiging - je haalt iets onprettigs weg