Reader 2 periode 2 Flashcards

1
Q

Autonomie

A

Zelf nadenken en eigen keuzes maken: onafhankelijk en verantwoordelijk zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Deugd

A

goede eigenschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Ethiek

A

Filosoferen over goed en kwaad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Karakterdeugd

A

Deugd die gaat over hoe je bent, hoe je omgaat met situaties en emoties en welke keuzes jij maakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Middenweg

A

Het midden tussen te veel en te weinig van een deugd: precies genoeg van de deugd voor de situatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Norm

A

Een gedragsregel, datgene dat wij normaal vinden om te doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Ondeugd

A

Slechte eigenschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Verstandsdeugd

A

deugden die je krijgt aangeleerd door je omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarde

A

iets dat mensen erg belangrijk vinden en de moeite waard vinden om na streven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waardenbotsing

A

Situatie waarin 2 waarden niet tegelijk kunnen worden nageleefd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly