Random- Niet Geordend Flashcards
1
Q
Dia
A
Doorheen
2
Q
Gnose
A
Iets weten
3
Q
Derm, dermat
A
Huid
4
Q
Itis
A
Ontsteking
5
Q
IE
A
Maakt van het woord waar je IE aan toevoegd een zn
6
Q
Acr
A
Lichaamsuiteinden, top
7
Q
Megal
A
Te groot
8
Q
Ose
A
Abnormaal
9
Q
Artr
A
Gewricht
10
Q
Acuut
A
Plots
11
Q
Chronisch
A
Gaat niet over
12
Q
Tom, toom
A
Snijden
13
Q
Tomie
A
Het snijden
14
Q
Ex, ec, exo, e
A
Uit
15
Q
Ectomie
A
Het uitsnijden
16
Q
Micro
A
Klein
17
Q
Oom
A
Gezwel
18
Q
Leuk
A
Wit
19
Q
Log
A
Studie van iets
20
Q
Cyt
A
Cel
21
Q
Erytr
A
Rood
22
Q
Pen
A
Gebrek,tekort
23
Q
Valvula
A
Klep
24
Q
Manie
A
Gedrag
25
Q
Algie
A
Pijn
26
Q
Cox
A
Heup
27
Q
Gastr
A
Maag
28
Q
Incisie
A
Insnijding
29
Q
Excisie
A
Uitsnijding
30
Q
Aal
A
Betreffende dat orgaan
31
Q
Trofie
A
De Voedingstoestand
32
Q
A
A
Gebrek aan, zonder, geen
33
Q
Benigne
A
Goedaardig
Tip: bene = goed italiaans
34
Q
Maligne
A
Kwaadaardig
Tip: Mal = slecht in frans
35
Q
Pathie
A
Ziekte
36
Q
Lip
A
Vet
37
Q
Carcin
A
Kanker