Pathologie Flashcards

1
Q

Diagnose

A

Iets door en door kennen -> weten welke ziekte dat je hebt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Gastritis

A

Maagontsteking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Colitis

A

Dikke darm ontsteking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Ovariitis

A

Ontsteking van eierstokken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hypoplasie

A

Te klein gevormd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hypoxie

A

Te weinig zuurstof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Acromegalie

A

Te grote lichaamsuiteinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Cyanose

A

Abnormale blauwheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Artrose

A

Abnormaal gewricht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Acrocyanose

A

Abnormale blauwe verkleuring van lichaamsuiteinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Dermatitis

A

Huidontsteking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Dermatose

A

Abnormale huid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Acrodermatitis

A

Ontsteking huid van de uiteinden van het lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Microtoom

A

Klein snijden

-> is een medisch toestel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Dermatoom

A

Toestel om huidlapjes weg te schrapen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Leukodermie

A

Witachtige verkleuring van de huid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Cytologie

A

Celleer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Leukocyt

A

Witte bloedcel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Erytrocyt

A

Rode bloedcel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Leukocytopenie

A

Tekort aan wbc

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Erytrocytopenie

A

Tekort aan rbc

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Leukemie

A

Woekering van wbc

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Cardiomegalie

A

Te groot hart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Valvula tricuspidalis

A

= rechter hartklep = pulmonaalklep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Valvula mitralis / valvula biscuspidalis

A

=linker hartklep = aortaklep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Carditis

A

Hartontsteking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Cardiologie

A

Studie van het hart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Elektrocardiograaf

A

Toestel dat hartimpulsen registreert-> maakt EKG

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Elektrocardiogram

A

EKG of ECG

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Cardialgie

A

Pijn ter hoogte van de hartstreek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Coxalgie

A

Heupgewrichtpijn

32
Q

Gastritis

A

Maagontsteking

33
Q

Gastrectomie

A

Stuk van de maag wegsnijden

34
Q

Gastrduodenostomie

A

Kunstmatige verbinding tussen maag en 12-vingerige darm

35
Q

Duodenaal

A

Betreffende de 12 vingerige darm

36
Q

Hypertensie

A

Hoge bloeddruk

37
Q

Hypertrofie

A

Te dikke spieren -> overgevoede spieren

38
Q

Atrofie

A

Geen voedingstoestand

39
Q

Hypothalamus

A

Onder de thalamus

40
Q

Adenitis

A

Klierontsteking

41
Q

Adenoom

A

Kliergezwel

42
Q

Lipoom

A

Vetgezwel

43
Q

Carcinoom

A

Kankergezwel

44
Q

Lipoïd

A

Vetachtig

45
Q

Mucoïd

A

Slijmachtig

46
Q

Mucoviscidose

A

Slijmachtig is abnormaal taai

47
Q

Tracheostomie

A

Kunstmatige uitmonding langs luchtpijp

48
Q

Encefalitis

A

Hersenontsteking

49
Q

Orbitaal

A

Ter hoogte van de oogkas

50
Q

Interdentaal

A

Tussen de tanden

51
Q

Dentalgie

A

Tandpijn

52
Q

Thoracoabdominaal

A

Buik eb borstkas

53
Q

Thoracaale wervels

A

Borstwervels

54
Q

Cervicaale wervels

A

Nekwervels

55
Q

Lumbalgie

A

Pijn in de lage rug

56
Q

Lumbaalpunctie

A

Hersenvochtafname

57
Q

Suprapubisch

A

Boven de schaambeen gelegen

58
Q

Suprapubische cystectomie

A

Boven de pubis insnijden in de blaas

59
Q

Pelvimetrie

A

Bekkenmeting

60
Q

Spinaal

A

Ter hoogte van het ruggenmerg

61
Q

Spinale zenuwen

A

Zenuwen die uit het ruggenmerg ontspringen

62
Q

Craniale zenuwen

A

Zenuwen die uit de hersenen ontspringen

63
Q

Diarree

A

Vloed doorheen

64
Q

Otorree

A

Loopoor

65
Q

Otalgie

A

Oorpijn

66
Q

Ronorree

A

Loopneus

67
Q

Rinolith

A

Neussteen

68
Q

Cholelithiasis

A

Galstenen

69
Q

Apnoe

A

Lange adempauze

70
Q

Ventillatie

A

Ademhaling

71
Q

Respiratie

A

Ademhaling

72
Q

Menorroe

A

Maandelijkse vloed = menstruatie

73
Q

Dysmenorree

A

Moeilijke menstruatie

74
Q

Dyspepsie

A

Slecht werkende spijsvertering

75
Q

Sclerose

A

Abnormale verkalking

76
Q

Atherosclerose

A

Breiachtige massa aan verharding slagader

77
Q

Hypercholesterolemie

A

Te veel cholesterol in bloed