Random Flashcards
Wat zijn de twee hoofdgroepen aan symptomen van ASS?
A: persisterend deficiënt sociale communicatie + sociale interatie
B: Beperkte, repetatieve gedragspatronen, interesses of activiteiten
Noem 3 dingen die onder persisterende deficient sociale communicatie en gedrag vallen
- Deficiënties in sociaal-emotionele wederkerigheid
- Deficiënties in non-verbale communicatieve gedrag in sociale interactie
- Deficiënties in ontwikkelen, onderhouden en begrijpen van relaties
Noem 4 dingen die onder beperkte repetatieve gedragspatronen, interesses of activiteiten vallen
- Stereotiep/repetatieve mototische bewegingen, gebruik voorwerpen, spraak
- Hardnekkig vasthouden aan hetzelfde, inflexibel gehecht aan routines, geritualiseerde patronen van (non)verbaal gedrag
- Zeer beperkte, gefixeerde interesses, intens en gefocust
- Hyper- of Hyporeactiviteit voor zintuiglijke prikkels
Wat is het herhalingsrisico voor ASS voor één brusje met ASS? En wat als er twee brusjes met ASS zijn?
20%
50%
Wat wordt er bedoeld met mind-blindness?
Gebrek aan inleving/theory of mind.
Wat wordt er bedoeld met weak central coherence bij mensen met ASS?
Dat ze hoofd en bijzaak moeilijk kunnen scheiden. Ze zien alles los of alles als een geheel
Noem 4 positieve symptomen van schizofrenie
- Hallucinaties
- Wanen
- Verward denken
- Gedesorganiseerd denken
Noem 6 negatieve symptomen van schizofrenie
- Apathie
- Iniatiefverlies
- Interesseverlies
- concentratieverlies
- Emotionele vervlakking
- Zelfverwaarlozing
Hoe vaak komt een postpartumdepressie voor? En hoe een een postpartumpsychose?
10% en 0,2%
Noem drie risicofactoren voor een postpartum depressie
- VG angst
- VG depressie
- Stressvolle gebeurtenis
Noem risicofactoren voor postpartum psychose
- Primigravida
- positieve fam. anamnese (bipolair/psychose)
- VG: Postpartumpsychose
- VG: Bipolaire stoornis
Risicofactoren bipolaire stoornis postpartum
- recent recedief
- primigravida
- pos. fam anamnese
Hoe groot is de recidiefkans van een postpartumdepressie?
50%
Noem wat vroege en late symptomen van een postpartum psychose
Vroeg: Slaapproblemen, onrust, prikkelbaar en achterdocht
Laat: verward, manie/depressie, wanen, hallucinaties, depersonalisatie, zelfdoding/kind iets aandoen
Waaruit bestaat het SCEGS model?
- Somatiek
- Cognities
- Emoties
- Gedrag
- Sociaal
Waar zit respectievelijk je:
- Immediate geheugen
- Korte termijn geheugen
- Lange termijn geheugen
- remote memory
- Immediate : prefrontale schors
- Kort: Hippocampus
- Lang: Hippocampus/cortex
- Remote: corticale gebieden
Welke processen zijn nodig om dingen lang te kunnen onthouden?
Aquisitie
Encoding (= eiwitmodificatie0
Consolidatie (= eiwitaanmaak)
Hoe heet het proces van korte naar lange termijn geheugen?
Consolidatie (= eiwitsynthese)
Hoe heet het proces van immediate naar korte termijn geheugen?
Encoding (= eiwitmodificatie)
Wat valt er onder impliciet geheugen?
- Motor geheugen
- Priming
- Emotioneel
Wat valt er onder expliciet geheugen?
- Feiten
- Gebeurtenissen