Radiologie Flashcards

1
Q

Waarvoor gebruiken we de conventionele röntgenfoto niet?

A
  • Meeste weke delen afwijkingen
  • pezen
  • Ligamenten
  • Kraakbeen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarvoor wordt de X gebruikt?

A

Beoordeling van botten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de voordelen van X?

A
  • Laagdrempelig
  • Snel
  • Goedkoop
  • Relatief lage stralingsbelasting
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarvoor wordt de CT-scan gebruikt?

A
  • stand van fracturen
  • Pre-operatief
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is niet goed zichtbaar op de CT-scan?

A
  • Meeste weke delen afwijkingen
  • Kraakbeen
  • Ligamenten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het verschil tussen CT en X?

A
  • CT 3D reconstructie mogelijk
  • CT meer stralingsbelasting
  • X goedkoper, sneller, makkelijker
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een DECT-scan?

A

Een dual energy CT
Voor: differentiatie tussen weefsels
2 fotonen spectra met verschillende energie levels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de klinische toepassing van de DECT-scan voor het skelet?

A
  • Detectie jicht
  • Metaalartefact reductie (bot omheen lastig beoordelen omdat metaal erg hard straalt)
  • Bepaling beenmergoedeem (normaal met MRI)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarvoor gebruiken we de CT-artrografie?

A

Inspuiten contrast in gewricht waardoor groter contrast met weke delen
Voor: goede beoordeling weke delen scheuren –> weglekken contrast
Bvb. Verdenking corpus liberum scheur, meniscus scheur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarvoor wordt de MRI gebruikt?

A
  • Weke delen: spieren, pezen, ligamenten, kraakbeen, meniscus
  • Karakteriseren botafwijkingen: benigne of maligne
  • Weke delen tumoren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat kan niet goed beoordeeld worden op een MRI?

A
  • Verkalkingen
  • Botfragmenten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat kan je goed zien op een echografie?

A
  • Oppervlakkige weke delen: cutis, subcuts, pezen tot 6 cm
  • Oppervlakkige spieren, pezen, ligamenten
  • Gewrichtsvocht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een voordeel van de echografie?

A

Dynamisch onderzoek: subacromiale impingement supraspinatus pees –> hoort soepel te bewegen –> klinisch diagnose stellen mbv echografie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zie je niet goed op de echografie?

A
  • Bot: oppervlakkige stress fractuur in cortex soms wel
  • Lucht
  • Diepgelegen structuren (CAVE: obese pt)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarvoor wordt een doorlichting/fluoscopie gebruikt?

A
  • Dynamisch onderzoek van gewrichten
  • Intra-articulaire injecties (medicatie), verdoving, contrast
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waarvoor wordt de fluoscopie gebruikt?

A
  • Instabiele pols (of gewricht)
  • Artrografie
17
Q

Waarvoor wordt de MRI-arthrografie gebruikt?

A

Schueren in ligamenten, kraakbeen, kapsels