R - Les 3 : het rund met een onregelmatige cyclus Flashcards

1
Q

Hoelang is een eicel na de ovulatie nog goed te bevruchten en hoelang blijft diepvriessperma fertiel? Is er hier een probleem?

A

Eicel : 4-6u
Diepvriessperma : 36-48u fertiel
=> geen probleem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waaraan ligt de variatie in het tochtig worden, wat is het verschil tss melkvee en vleesvee?

A

Folliculaire golven

  • melkvee : 2 golven
  • vleesvee : 3 golven -> worden makkelijker drachtiger
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn 3 oorzaken van een onregelmatige cyclus?

A
  1. Cysteuze ovariële follikels
  2. Embryonale sterfte
  3. Slechte oestrus-detectie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn 3 kenmerken van een pathologische cyste?

A
  1. Geen CL aanwezig, geen ovulatie
  2. Folliculaire structuren > 2.5cm
  3. BM is slap
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarom komen er vaker cystes voor bij melkkoeien?

A

Minder insuline en IGF1 -> glucose wordt gespaard en kan naar de uier waar het wordt omgezet in lactose en meer vocht aantrekt = meer melk. Maar insuline ook belangrijk effect op granulosa-cellen die instaan voor de luteinisatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn 2 niet-pathologische cysteuze structuren?

A

Indifferente cyste= hormonaal inactief

Cysteus CL

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn 2 pathologische cysteuze structuren en wat zijn hun gevolgen?

A
COF (dunne wand) = anoestrus of nymphomanie
Luteale cyste (dikke wand) = anoestrus want prog
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn kenmerken van nymphomanie?

A
  1. Te lange, onregelmatige tochtigheid
  2. gedrag : vermannelijking
  3. relaxatie van de bekkenbanden en de vulva
  4. witvuilen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zien we op vaginoscopisch onderzoek bij een COF?

A

oestrisch : cervix goed te passeren, witvuiling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de therapie van COF voor zowel folliculair als luteale cystes?

A
  1. GnRH, gevolgd door prostaglandines (5-7d later)
  2. hCG (LH-werking)
  3. PRID of CIDR -> bij verwijderen komt cyclus opnieuw op gang
  4. Cyste wegprikken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de therapie voor een sterk geluteïniseerde cyste?

A

prostaglandines

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly