R - Les 12 : inleiding tot de uiergezondheid Flashcards

1
Q

vanaf wanneer is lactatie mogelijk

A

7 m dracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

welke hormonen spelen een rol bij lactatie

A

prolactine

groeihormoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hoe ziet de lactatiecyclus eruit?

A

lactatie voor 305 dagen

60 dagen droogstand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

welke soorten mastitis bestaan er, wat zijn de tekenen?

A

klinische mastitis = melk abnormaal, koe ziek

subklinische mastitis = melk normaal, koe niet ziek -> enkel een verhoogd celgetal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is de pathogenese van mastitis?

A

afsterven van alveolaire cellen
productie van toxines
verhoogde permeabiliteit bloedvaten
verhoogd aantal leukocyten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

kengetallen mbt mastitis

  • hoeveel melkkoeien maken jaarijks mastitis mee?
  • celgetal vaarzen : verhoogd?
  • celgetal koeien : verhoogd?
  • streefgetal op tankniveau ?
  • vanaf wanneer boete op tankniveau?
A
1/3
vaarzen : 150 000 
koeien : 200 000 
tankniveau : 200 000 
boete : 400 000
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is CMT

A

californian mastitis test -> monster van melk + oplossing met specifieke pH -> verslijming indien DNA aanwezig (kiem) -> pos vanaf 400 000 - 500 000

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

tot wat heeft kiemgetal betrekking?

A

hygiënische omstandigheden waaronder melk bewaard wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wanneer is bacteriologisch onderzoek bij mastitis nuttig?

A

als bedrijfsdiagnose -> omgeving of uier-gebonden = ander plan van aanpak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

welke streptococcen bestaan er -> uier of omgeving?

A
Streptococcus agalactiae
-uier
-komt veel minder voor door gebruik van Ab tijdens droogstand
Streptococcus uberis 
-omgeving : stro
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

therapie streptococcen?

A

ab : penicilline lokaal en parenteraal voor 3-5 dagen

veel leegmelken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

waarom is staphylococcus moeilijk te bestrijden?

-resultaat?

A

veel resistentie
IC bacterie -> vorming van abcessen en ab kan hier niet bij
=> resultaat = chronische dragers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wanneer moeten koeien met staphylococcus aureus mastitis opgeruimd worden?

A
  1. geen reactie op goede therapie
  2. > 1 kwartier aangetast + verhoogd celgetal
  3. recidiverend, chronisch verhoogd celgetal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

welke gram - omgevingskiemen bestaan er?

A

e coli en klebsiella

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

bestrijding van e coli en klebsiella?

A
veel uitmelken (evt oxytocine)
ab : polymyxine (lokaal en algemeen)
shock door productie van toxines : cortico, vocht, anti-histaminica, calcium-therapie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is typisch aan anamnese met mycoplasma

A

zand-achtig secreet, indien chronisch ; purulent
meer dan 1 kwartier aangetast
reageert niet op klassieke ab of bacteriologisch oz

17
Q

welke aandoening wordt veroorzaakt door trueperella pyogenes?

A

zomerwrang = mastitis tijdens droogstand -> lange kolonisatieperiode nodig !
overgezet door vliegen
behandeling : ab en drainage maar vaak tepel-amputatie

18
Q

welke soorten mastitis bestaan bij de ooi

A

acute flegmoneuze necrotiserende mastitis

chronische subklinische mastitis

19
Q

door welke bacteriën wordt acute flegmoneuze necrotiserende mastitis veroorzaakt?

A

staphylococcus aureus

pasteuerella haemolytica

20
Q

welke mastitis is er bij de zeug?

A
MMA
-metritis
-mastitis
-agylactie
=> E. coli