Qu'est-ce qu'une obligation Flashcards

1
Q

un obligataire

A

een obligatiehouder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

un détenteur d’obligation

A

een obligatiehouder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

investir son argent en obligations

A

zijn geld beleggen in obligaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

émettre une obligation

A

een obligatie uitgeven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

un émetteur

A

de uitgever van een obligatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

une émission

A

een uitgifte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

placer un emprunt

A

een (obligatie)lening plaatsen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

un titre de créance

A

een schuldpapier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

contracter un emprunt

A

een lening aangaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

une obligation = une fraction d’un emprunt

A

een obligatie = een klein stukje van een lening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

percevoir des intérêts

A

interesten ontvangen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

rembourser

A

terugbetalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

échanger une obligation sur le marché

A

een obligatie verhandelen op de markt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

négocier une obligation sure le marché

A

een obligatie verhandelen op de markt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

négocialbe en bourse

A

op de beurs te verhandelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

être coté en pourcentage de la valeur nominale

A

genoteerd zijn in percentage van de nominale waarde

17
Q

une obligation à taux fixe

A

een obligatie met een vaste rente

18
Q

une obligation à taux variable

A

een obligatie met een variabele rente

19
Q

être indexé sur les taux d’intérêt

A

geïndexeerd zijn op de rentevoeten

20
Q

une obligation hybride

A

een hybride obligatie

21
Q

une obligation convertible en action

A

een converteerbare obligatie

22
Q

une variation de cours

A

een koersverandering

23
Q

la mise

A

de inzet

24
Q

rentable

A

rendabel

25
Q

la rentabilité

A

de rentabiliteit