Psychosespectrumstoornissen Flashcards
Psychose
periode van minstens een paar dagen waarbij je problemen hebt met het interpreteren van de realiteit en waarbij dat een weerslag heeft op hoe je denkt, hoe je je voelt en hoe je je gedraagt
Psychosesymptomen
hallucinaties, wanen, gedesorganiseerd denken en spreken, gedesorganiseerd gedrag
Psychosespectrumstoornissen
stoornissen waarbij psychosesymptomen kernsymptomen zijn: schizofrenie, schizofreniforme stoornis, schizoaffectieve stoornis, waanstoornis, kortdurende psychotische stoornis, katatonie, psychotische stoornis door middel/medicatie, psychotische stoornis door somatische aandoening.
Dimensionale benadering terrein
meer aandacht voor de mate waarin verschillende symptomen voorkomen, minder nadruk specifieke classificaties
Schizofrenie
meest ingrijpende psychosespectrum stoornis
Positieve symptomen
gekenmerkt door gestoord realiteitsbesef, symptomen die een uiting zijn van cognitieve desorganisatie
Negatieve symptomen
uitingen ontbreken die normaal aanwezig zijn: vlak effect, initiatief verlies, spraakarmoede en sociaal-terugtrekgedrag
Cognitieve symptomen
symptomen van aandacht, het geheugen, de executieve functies en de sociaal-cognitieve functies
Akoestische of auditieve hallucinaties
horen van stemmen die er niet zijn, meest voorkomend
Hallucinaties
waarnemingen die optreden bij afwezigheid van ermee corresponderende sensorische stimuli van het betreffende zintuig
Imperatieve hallucinaties
stemmen geven opdrachten aan patiënt
Waan
persoonlijke fundamentele, persisterende overtuiging die in strijd met de werkelijkheid en oncorrigeerbaar is, ondanks afdoende bewijs van het tegendeel
Betrekkingswanen
overtuigingen dat alledaagse gebeurtenissen een unieke en speciale betekenis hebben voor de patiënt
Gedachteontrekking
overtuigingen dat anderen gedachten uit het hoofd van de patiënt kunnen wegnemen
Inbrenging
overtuigingen dat anderen gedachten in het hoofd van de patiënt kunnen inbrengen
Beïnvloedingswanen
Gedachteontrekking en inbrenging
Incoherentie
als de gedachtegang van een patiënt niet te volgen is
Ontsporing
onderbreking van gesproken taal door een opmerking die geen enkel verband lijkt te hebben met de voorafgaande
Tangentialiteit
patiënt praat steeds langs het onderwerp gesprekspartner heen
Verzanden
patiënt spreekt aanvankelijk logisch en begrijpbaar, maar wordt langzaam incoherent
Neogolismen
patiënt maakt nieuwe woorden
Concretisme
abstracte begrippen worden letterlijk genomen
Affectieve vervlakking
emtionele reacties zijn minder sterk tot afwezig, geringe of afwezige mimiek (gezichtsuitdrukking)
Iniatiefverlies
vermindering van het zelfstandig komen tot motorische activiteit en handelingen
Apathie
gebrek aan nieuwsgierigheid en aan affectieve motivatie om tot handelen te komen
Gedachtearmoede
patiënt ervaart weinig gedachten
Alogie of spraakarmoede
spreken wordt beperkt tot het hoogst noodzakelijke
Anergie
ontbreken van fysieke energie, of sociaal-terugtrek gedrag
Inadequaat effect
emotionele uitingen passen niet bij de situatie
Grimasseren
gemaniëreerde, bizarre, overdreven bewegingen van gelaatsmusculatuur die automatisch tot stand lijkt te komen
Acathisie
bewegingsdrang en subjectieve gevoelens van onrust
Neuroleptisch Magline syndroom (NMS)
zeldzame maar potentieel levensbedreigende bijwerking
Neuroleptic threshold
gemiddelde dosering haloperidolequivalent waarbij extrapiramidale symptomen ontstaan