Psychologie Flashcards

Wc 1

1
Q

Wat zijn cognitieve functies?

A

Mentale processen zoals aandacht, geheugen, en besluitvorming die belangrijk zijn voor sportprestaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het Dual-Task (DT) Paradigma?

A

Het tegelijkertijd uitvoeren van een cognitieve en motorische taak om de cognitieve belasting en motorische prestaties te meten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is Multiple Object Tracking (MOT)?

A

Een test die de visueel-ruimtelijke aandacht en verwerkingscapaciteit meet door bewegende objecten te volgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is balanscontrole?

A

Het vermogen om stabiliteit te behouden, hier gemeten via de Flamingo Balance Test.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is cognitieve belasting?

A

De hoeveelheid mentale inspanning die nodig is voor een taak en de impact daarvan op motorische prestaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn executive functies?

A

Vaardigheden zoals werkgeheugen, planning en cognitieve flexibiliteit, die essentieel zijn voor sport en multitasking.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is cognitieve-motorische interferentie?

A

De mate waarin een cognitieve taak invloed heeft op de uitvoering van een motorische taak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn perceptueel-cognitieve vaardigheden?

A

Vaardigheden zoals aandacht en visuele zoekstrategieën die bijdragen aan sportexpertise.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de beperkte hulpbronnen-hypothese?

A

De theorie dat cognitieve en motorische processen concurreren om dezelfde mentale bronnen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het Cross-Domain Competition Model?

A

Een model dat stelt dat cognitieve en motorische taken concurreren om dezelfde hersenbronnen, wat leidt tot prestatievermindering bij dubbele taken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het U-vormig interactiemodel?

A

Een model dat suggereert dat een matige cognitieve belasting balans kan verbeteren, terwijl een hoge belasting deze verslechtert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het taakprioriteringsmodel?

A

Theorie die stelt dat mensen bij dubbele taken vaak balans boven cognitieve prestaties stellen, vooral bij ouderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is cognitieve verwerkingscapaciteit?

A

De maximale hoeveelheid informatie die een individu kan verwerken bij het uitvoeren van meerdere taken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is neuroplasticiteit?

A

Het vermogen van de hersenen om zich aan te passen en te veranderen door training en ervaring.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is visuospatiële verwerking?

A

Het vermogen om visuele informatie over de ruimtelijke positie van objecten te interpreteren en te gebruiken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly