Projectraming Flashcards

1
Q

Identificeren en inschatten van de te verwachten kosten van onderdelen van het project

A

kostenraming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Identificeren en inschatten van de inkomsten die het project kan genereren

A

inkomstenraming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Het bij benadering bepalen van een waarde

A

schatting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Een berekening van de kostprijs

A

begroting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Het bepalen van kosten voor het uitvoeren van werkzaamheden of realiseren van een resultaat in relatie tot de inkomsten

A

begroten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Het vaststellen van een budget

A

budgetteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Een geautoriseerd bedrag voor het realiseren van een resultaat

A

budget

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

kosten die evenredig variëren met het productievolume of de activiteitsgraad van de onderneming. Ze zijn rechtstreeks verbonden aan de ondernemingsactiviteit

A

variabele kosten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Het monitoren van de bestedingen, uitgaven en verplichtingen, het analyseren van de status, het inschatten van de nog te verwachten kosten en het eventueel escaleren bij een dreigende overschrijding van de budgettoelranties naar het naast hogere management

A

budgetbewaking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Het monitoren van de bestedingen, uitgaven en verplichtingen, het inschatten van de nog te verwachten kosten, het nemen van de benodige corrigerende maatregelen en het eventueel escaleren bij een dreigende overschrijding van de budgettoleranties naar het naast hogere management.

A

budgetbeheersing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

kosten zoals voor materiaal, grondstoffen en werkuren uren van personeel dat rechtstreeks betrokken is bij de activeiten. Ze zijn vrij eenvoudig zijn toe te wijzen aan een bepaald product of dienst

A

directe kosten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

kosten die niet veranderen als er meer of minder wordt geproduceerd, ze zijn dus onafhankelijk van de omzet.

A

vaste kosten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

kosten die niet zijn toe te wijzen aan de productie van een bepaald product of dienst

A

indirecte kosten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

marge die een agentschap neemt als vergoeding voor de geleverde diensten

A

agency fee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

schatting op basis van eerdere, gelijkaardige projecten

A

analoge schatting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

schatting op basis van fysische grootheden (lengte, gewicht, volume, oppervlak,…)

A

parametische schatting

8
Q

schatting op basis van verschillende scenario’s

A

3-puntsschatting

9
Q

schatting waarbij je vertrekt van alle details en deze samenbrengt tot een geheel

A

bottom-up schatting

10
Q

Het budget dat de projectmanager ter beschikking heeft voor de realisatie van het projectresultaat. Het is de optelling van de strikte projectkosten, vermeerderd met de management reserve en de contingency reserve

A

baseline

11
Q

een budgetpost voor werkzaamheden die in rede niet voorzien kunnen worden, maar wel binnen de scope van het project vallen (unknown-unknowns).

A

managementreserve

12
Q

Een budget gealloceerd aan de wijzigingsautoriteit om het doorvoeren van wijzigingen te financieren

A

wijzigingsbudget