probleem 3 Flashcards

1
Q

rechter kan wijzigingen doorvoeren± vereisten

A
  1. er moet sprake zijn van een toekomstige onvoorzieme omstandigheid
  2. naar redelijkheid en billijkheid mag het niet zo blijven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

algemeen opschortingsrecht: vereiste

A
  1. verbintenis
  2. opeisbare vordering
  3. niet - nakoming van de wederpartij
  4. voldoende samenhang
    - > partijen hebben zaken waar de verbintenis uit voortvloeit al regelmatig gedaan en de verbintenissen vloeien voort uit dezelfde overeenkomst
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

bijzonder opschortingsrecht

A
  1. wederkerige overeenkomst
  2. opeisbare vordering
  3. niet nakoming van de wederpartij
  4. daartegenover staande verplichting (voldoende samenhang)
  5. proportionaliteit: opschorting moet in verhouding staan met tekortkomingen van de wederpartij
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

onzekerheidsexceptie

A

als partij op basis van een goed argument denkt dat de wederpartij verplichtingen niet zal nakomen, zijn ze bevoegd om verbintenis op te schorten (alleen algemeen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

uitzondering opschortbevoegdheid - opschorten is niet mogelijk indien

A
  1. artikel 6:54:
    - schuldeisersverzuim
    - nakoming van verbintenis is blijvend onmogelijk
    - geen beslag is toegelaten op de vordering: dus als het gaat om pensioen, uitkeringen -> dit moet gewoon betaald worden
  2. art. 6;55
    opschorting vervalt als wederpartij zekerheid kan bieden voor het nakomen van de overeenkomst
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

ontbinding: eisen

A
  1. wederkerige overeenkomst
  2. tekortkoming in de nakoming
  3. tekortkoming rechtvaardigt ontbinding
  4. geval uit 6:265: nakoming is tijdelijk onmogelijk / verzuim
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly