Prehistorie Flashcards

voornamelijk dingen van stuk prehistorie

1
Q

Homo sapiens sapiens/neanderthalis

A

Ongebruikte benamingen gebaseerd op MULTIREGIONALISME waar we niet van Afrika afkomstig zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Gemeenschappelijke afstamming

A

Evolutieleer, we komen per soort van gemeenschappelijke voorouder/orde zie taxonomie. (alle apen in ons geval, wij dichter bij aftaking chimpansee/bonobooo

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

classificatie/taxonomie

A

opdelen van soorten in hun bovenstaande geslacht, subfamilie, familie, orde (bv primaten bij mens). WIj hebben zelfde subfamilie en hoger als chimpansee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

soorten

A

Evolutieleer:

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Speciatie

A

Evolutieleer: soortvorming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Variatiebreedte

A

Evolutieleer: Hoe groot de variatie kan zijn binnen een soort?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

natuurlijke selectie

A

Evolutieleer, de soort die best aangepast is aan zijn omgeving blijft voortbestaan, zo wordt door natuur de ‘goede’ stukken geselecteerd?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

selectiedruk

A

Evolutieleer:

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

aanpassing

A

evolutieleer: adaptation?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Natuurlijke omstandigheden

A

evolutieleer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

dominant

A

evolutieleer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

seksuele selectie

A

evolutieleer: diegene met eigenschappen die meeste kan maken om partners aan te trekken en zo nakomelingen te maken. Geen natuurlijke selectie op basis van overlevingskenmerken maar op basis van eigen nageslacht te produceren. Die kenmerken worden dan ook doorgegeven (bv mannelijke pauw)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

concurrentievoordeel

A

evolutieleer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wetenschappelijke naam

A

evolutieleer: de latijnse benamingen van verschillende soorten. Eg homo sapiens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

morfologie

A

leer van de vorm en bouw van levende wezens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

opponeerbaar

A

de mogelijkheid bezittend in tegenovergestelde positie gebracht te worden (kan je item x in andere positie brengen, bv duim mens of dikke teen aap)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

stereoscopisch zicht

A

goed dieptezicht, 2 ogen naast elkaar vooraan in schedel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

artefacten

A

kunstmatig gemaakte dingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

presentisme

A

historische beeldvorming bekeken vanuit het heden. (onze waarden, normen, kenmerken projecteren op het verleden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

domesticatie

A

Mensen die ingrijpen in de natuur -> genetische veranderingen in soorten dieren en planten (veeteelt en akkerbouw zoals Abu Hureyra)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

acculturatie

A

Aaanpassingsproces waarbij een cultuur elementen en kenmerken van een andere cultuur overneemt

22
Q

metallurgie

A

metaalertsen vinden en winnen en er de metalen uithalen

23
Q

Microlieten

A

klein scherp (vuur)stenen werktuig (soms ook voor pijlpunten

24
Q

dissel

A

gepolijste stenen voorwerpen, vlakke kant op steel (soort bijlen gebruikt voor bosontginning/rooien)

25
Q

Autarkisch

A

volledig onafhankelijk zijn van hulp buiten de gemeenschap (geen handel/import nodig)

26
Q

Patrilokaal

A

mannen blijven ter plaatse, uitgehuwde vrouwen gaan naar dorp van de man. (CK3)

27
Q

co-evolutie

A

soorten die op zelfde moment evolueren (bv leeuw en gazelle)

28
Q

sociaal darwinisime

A

(uitgaande van de wetmatigheid dat sociaal sterkeren moeten overleven ten koste van sociaal zwakkeren

29
Q

frenologie

A

vorm van schedel wijst op verstand, moreel peil en karakter

30
Q

bipedialisme

A

kunnen rechtoplopen

31
Q

Australopithecus afarensis

A

soort dat Lucy is, zowat het oudste voorouder van de mens die ook kon rechtop lopen (3,5 miljoen jaar geleden)

32
Q

vuursteen

A

Silex (blijkbaar ander woord daarvoor, ik denk ook aan Flint)

33
Q

Bekendste neanderthaler

A

Ötzi

34
Q

de studie die uitgestorven mensachtigen (hominiden) bestudeert om inzicht te krijgen in de evolutie van de mens

A

Paleoantropologie

35
Q

goece land

A

zwarte land + kemet

36
Q

slechte land

A

rode land of desjeret. de woestijnen

37
Q

nubische rijk (toen het nog bestond RIP)

A

Koesje (deel van Opper-Egypte, beheerst door onderkoning)

38
Q

maritieme rijk van de Grieken tijdens Ramses II

A

Mykene, Mykeense beschaving

39
Q

wetenschap van de mens

A

antropologie

40
Q

spanningen tussen verschillende species

A

concurrentieslag (vb tussen neanderthaler en modernse mens)

41
Q

Moeilijkheden die voor uitsterven zorgden neanderthaler

A

Bottlenecks: meer bepaald, inteelt, ondervoeding, miskramen

42
Q

2 theoriën van onze afstamming

A

multiregionalisme (fout heel wss, overal ontstond moderne mens) <-> GEMEENSCHAPPELIJK OERMOEDER (black Eve, we komen vanuit Afrika en zo verspreid

43
Q

hybriden

A

nageslacht van 2 verschillende soorten (bij ons en neanderthaler spreken we dus eerder van ondersoorten want wel vruchtbaar)

44
Q

onstaan van mens (voor evolutieleer)

A

Creationisme

45
Q

geen reconstructietekening maar eerder iets willen opwekken

A

Evocatie

46
Q

voorloper vuistbijl

A

choppers (eerder instinctief gebruikt)

47
Q

iets kunnen zien intern voor je het doet

A

mental template

48
Q

manier van kunstmaken in de prehistorie

A

pigmentblazen (met rode oker)

49
Q

naam van het landbouwgebied rond Syrië in de prehistorie

A

Vruchtbare Halvemaan (let op de hoofdletters)

50
Q

Turkse competitior met Abu hureyra

A

Catal Hüyük

51
Q

Andere naam voor gesloten of open gietvormen voor koper werktuigen

A

mal

52
Q
A