praktische examenvragen dierkunde Flashcards

1
Q
Welk organisme bevindt zich hier tussen rode bloedcellen ? 
1 Miracidiumlarve van Fasciola hepatica
2 Trypanosoma sp. 
3 Cercarialarve van Schistosoma mansoni
4 Cysticercuslarve van Taenia solium.
A

2 we zien flagellen

alleen in spierweefsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q
Fasciola hepatica heeft een inwendige bevruchting. Waar gebeurt de bevruchting van de 
eicellen juist ? 
1 in het oviduct 
2 in de schaalklier 
3 in de uterus 
4 in het dooierzakje
A

1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

. In zowel het receptaculum seminis als de vesicula seminalis van dieren kan men sperma
aantreffen. Wat is het functionele verschil tussen het receptaculum seminis en de vesicula
seminalis ?
1 in de vesicula seminalis wordt het sperma van de partner(s) na de copulatie opgeslagen, in
het receptaculum seminis het eigen sperma
2 in de vesicula seminalis wordt het eigen sperma opgeslagen, in het receptaculum seminis dit
van de partner(s) na de copulatie
3 in de vesicula seminalis wordt het onrijpe sperma opgeslagen, in het receptaculum seminis
het rijpe sperma tot vlak voor de copulatie
4 er is geen functioneel verschil tussen beide structuren

A

2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Ascaris suum/lumbricoides is een spoelworm van gescheiden geslacht. Welk van de volgende
uitspraken is correct ?
1 het wijfje is over het algemeen groter dan het mannetje; beide geslachten bezitten spicula
die zich in de cloaca bevinden
2 het mannetje is over het algemeen groter dan het wijfje; enkel het mannetje bezit spicula die
zich in de cloaca bevinden
3 beide geslachten zijn uitwendig niet van elkaar te onderscheiden
4 het wijfje is over het algemeen groter dan het mannetje; enkel het mannetje bezit spicula die
zich in de cloaca bevinden

A

5

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

. Wat is een andere naam voor een kauwplaat die we bij een aantal arthropodengroepen
terugvinden ? Deze kauwplaat is vaak een omvorming van de basis van de coxa of pedipalpen.
1 sternum
2 chelae
3 gnathobase
4 pedicel

A

3

pedicel bij de spin onder het sternum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Deze foto is een detailopname van het achtereinde van een sprinkhaan. Wat is het geslacht van
dit individu ?
1 mannetje
2 vrouwtje
3 niet te bepalen op deze foto
4 niet relevant want sprinkhanen zijn hermafrodiet

A

1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar leven de volwassen, geslachtsrijpe individuen van dit organisme ? (fasciola hepatica)
1 zoetwater
2 in de dunne darm van grote zoogdieren
3 in het spierweefsel van grote zoogdieren
4 in de galwegen van grote zoogdieren

A

4

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q
Hoe noemen we de vinnen bij de haai die aangeduid zijn met een pijl ? 
1 pelvische vinnen 
2 pectorale vinnen 
3 dorsale vinnen 
4 staartvinnen
A

2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
Bij de muis maakt het colon deel uit van… 
1 het voortplantingsstelsel 
2 het bloedvatenstelsel 
3 het urogenitaalstelsel 
4 het spijsverteringsstelsel
A

4

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q
Hoe noemen we het gedeelte van het bloedvatenstelsel van de haai dat aangeduid is met een 
pijl? 
1 sinus venosus 
2 atrium 
3 ventrikel 
4 conus arteriosus
A

4

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q
. Hoe noemen we de structuur die aangeduid is met een pijl ? 
1 tibia 
2 femur 
3 coxa 
4 tarsus
A

2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q
Hoe groot wordt een volwassen individu van Fasciola hepatica ? 
1 minder dan 1 mm 
2 enkele millimeters 
3 enkele centimeters 
4 tot ongeveer 2 m
A

3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q
Hoe wordt dit ‘hechtlapje’ genoemd dat we aantreffen op de poten van de sprinkhaan ? 
1 tarsus 
2 metatarsus 
3 arolium 
4 aureolum
A

3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q
Welk orgaan is hier met een pijl aangeduid ? 
1 testes 
2 ovarium 
3 uterus 
4 dooierklier
A

1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hieronder wordt schematisch de levenscyclus van een leverbot gegeven. Hoe noemen we het
larvaire stadium dat aangeduid is met een pijl ?
1 miracidium
2 metacercaria
3 redia
4 cercaria

A

2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q
Deze tekening geeft een vooraanzicht van de kop van een spin. Hoe noemt men de structuren 
die met een pijl aangeduid zijn ? 
1 cheliceren 
2 pedipalpen 
3 maxillipedes 
4 millipedia
A

1

17
Q
Hoe worden deze structuren genoemd ? 
1 uropoden 
2 pleopoden 
3 cephalopoden 
4 pereiopoden
A

4

18
Q
Welk orgaan is op deze dwarse doorsnede met een pijl aangeduid ? 
1 darm 
2 ovarium 
3 uterus 
4 lever
A

2

19
Q
Hoe noemen we deze structuren bij de schorpioen? 
1 pedipalpen 
2 chelipeden 
3 pectines 
4 gnathobasen
A

2

20
Q
Hoe noemen we het orgaan bij de muis dat is aangeduid met nummer 1? 
1 milt 
2 lever 
3 pancreas 
4 maag
A

2