POLITIEK begrippen Flashcards

1
Q

absolutisme

A

staatsvorm geleid door een onbeperkte alleenheerschappij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

alleenheerschappij

A

autocratie, bestuursvorm waarbij 1 persoon zo veel mogelijk macht in handen heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

alleenheerser

A

staatsman die allemacht naar zich toe trekt en zo onbeperkte macht verwerft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

bestuurlijke organistatie

A

wijze waarop een samenleving ingericht en bestuurd wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

bestuurtaal

A

officiële taal in een land die wordt gebruitk door machtshebbers (niet altijd hetzelfde al de voertaal)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

cesaropapie

A

staatsvorm waarbij de werdelijke leider (ceasar of keizer) ook de kerkelijke leider (papa of paus) is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

keizer

A

hoogste titel voor het hoofd van een monachie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

koning

A

titel voor het hoofd voor een monarchie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

leenrheer

A

koning of edelman aan wie een vazal trouw zweert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

macht

A

de mogelijkheid hebben om je invloed op mensen of gebeurtenissen te gebruiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

vazal

A

vertouweling van een leenheer. de vazal kreeg een ambt of grond van de leenheer in ruil voor zijn trouw en diensten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

vazaliteit

A

vertrouwensrelatie tussen een leenheer en een vazal als middel om een rijk te besturen en te verdedigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

voertaal

A

taal die in een bepald gebied in het dagelijks leven wordt gebruikt. (niet altijd hetzelfde als de bestuurstaal)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

vorst

A

edelman met adelijke titel zoals bv: een graaf, hertog, koning…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

centralisatie

A

proces waarin de macht of het bestuur in handen van een centrale instellingen komt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

monarchie

A

staatvorm waarbij een vorst door erfopvolging wordt aangeduid

17
Q

rechtspraak

A

beoordelen en eventueel bestraffen van wetsovertredingen

18
Q

rechtstaat

A

gebied waarin er regels zijn die zowel voor de burgers als voor de machtshebbers gelden

19
Q

codex

A

bundel wetteksten, bv: de codex van keizer Justinianus

20
Q

rechtbank

A

instelling waar rechters schuld en recht bepalen bij een misdrijf en geschillen oplossen

21
Q

staatsvorm

A

manier waarop die staat ingericht is en geleid wordt

22
Q

stadstaat

A

staatsvorm waarin een stad en de omgeving eromheen een eigen bestuur hebben

23
Q

territoriale invulling

A

wijze waarop het grondgebied en de genzen veranderen doorheen de tijd

24
Q

eenheid

A

samenhorigheid en een bepaald gebied of tussen gebieden

25
Q

expansie

A

uitbreiding, bv: van een grondgebied

26
Q

grens

A

afbakening bv: schieding tussen 2 gebieden

27
Q

grondgebied

A

territorium bv: een gebied waariver bestuurd wordt

28
Q

koninkrijk

A

gebied waarvan een koning staathofd is

29
Q

verbrokkeling

A

uit elkaar vallen van het grondgebied in kleinere stukken

30
Q

verovering

A

met geweld in bezit nemen, bv: van een grondgebied of territorium