POLITIEK begrippen Flashcards
absolutisme
staatsvorm geleid door een onbeperkte alleenheerschappij
alleenheerschappij
autocratie, bestuursvorm waarbij 1 persoon zo veel mogelijk macht in handen heeft
alleenheerser
staatsman die allemacht naar zich toe trekt en zo onbeperkte macht verwerft
bestuurlijke organistatie
wijze waarop een samenleving ingericht en bestuurd wordt
bestuurtaal
officiële taal in een land die wordt gebruitk door machtshebbers (niet altijd hetzelfde al de voertaal)
cesaropapie
staatsvorm waarbij de werdelijke leider (ceasar of keizer) ook de kerkelijke leider (papa of paus) is
keizer
hoogste titel voor het hoofd van een monachie
koning
titel voor het hoofd voor een monarchie
leenrheer
koning of edelman aan wie een vazal trouw zweert
macht
de mogelijkheid hebben om je invloed op mensen of gebeurtenissen te gebruiken
vazal
vertouweling van een leenheer. de vazal kreeg een ambt of grond van de leenheer in ruil voor zijn trouw en diensten
vazaliteit
vertrouwensrelatie tussen een leenheer en een vazal als middel om een rijk te besturen en te verdedigen
voertaal
taal die in een bepald gebied in het dagelijks leven wordt gebruikt. (niet altijd hetzelfde als de bestuurstaal)
vorst
edelman met adelijke titel zoals bv: een graaf, hertog, koning…
centralisatie
proces waarin de macht of het bestuur in handen van een centrale instellingen komt