geschiedenis ME therorie Flashcards

1
Q

levensbeschouwelijke organisatie

A

manier waarop mensen met eenzelfde geloof of met dezelfde visie op het leven zich organiseren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

kerk

A

christelijke instelling van gelovigen, geleid door de paus, bisschoppen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

bekering

A

iemand overtuigen om zich bij jouw religie aan te sluiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

bisschop

A

geestelijke die aan het hoofd van een bisdom, een kerkelijk gebied, staat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

paus

A

geestelijke leider die aan het hoofd van de Katholieke Kerk staat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

bestuurlijke organisatie

A

manier waarop een samenleving ingericht en bestuurd wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

grondgebied

A

territorium, bv: gebied waarover bestuurd wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

grens

A

afbakening, bv: scheiding tussen 2 gebieden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

verbrokkeling

A

het uit elkaar vallen van een grondgebied in kleinere stukken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

monarchie

A

staatsvorm waarbij de vorst door erfopvolging wordt aangeduid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

leenheer

A

koning of edelman aan wie een vazal trouw zweert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

vazal

A

vertrouweling van een leenheer. De vazal kreeg een ambt of grond van de leenheer in ruil voor zijn trouw en diensten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

vazaliteit

A

vertrouwensrelatie tussen een leenheer en een vazal als middel om een rijk te besturen en te verdedingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

migratie

A

verplaatsing van groepen mensen van de ene naar de andere plaats

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

agrarische samenleving

A

samenleving waarin landbouw en veeteelt de belangrijkste economische sectoren zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

gelaagde samenleving

A

samenleving waarbij neit alle mensen dezelfde kansen of rechten hebben (standenmaatsschappij)

17
Q

ongelijkheid

A

toestand waarin mensen in de samenleving al dan niet dezelfde kansen en rechten hebben