Politiek Flashcards

1
Q

Democratische rechtsstaat

A

Als overheid rechten vd burger schent, mag burger naar de rechter stappen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Conventionele participatie

A

Stemmen of lid zijn v een politieke partij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Correctief referendum

A

Achteraf mag het volk stemmen over een wet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Regering

A

Dagelijks bestuur van NL

Staatshoofd+ministers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Kabinet

A

Alle ministers en staatssecretarissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Constitutionele monarchie

A

Koning als staatshoofd, macht beperkt door grondwet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Formateur

A

Iemand die daadwerkelijk het kabinet gaat vormen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

3 namen voor parlement

A

1e en 2e kamer
Staten generaal
Volksvertegenwoordiging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

2 hoofdtaken parlement

A

Controleren regering

Beslissen over wetsvoorstellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

4 middelen voor wetgevende taak parlement

A

Aanvaarden of afwijzen wetsvoorstellen
Verandere of wijzigen van wetten
Nieuwe wetten voorstellen
Budgetrecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

4 middelen controlerende taak parlement

A

Vragenrecht
Recht om te vragen over dingen niet op de agenda staan
Onderzoek in mogen stellen
Recht van motie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

4 informelen middelen parlement

A

Lobbyen
Overleg
Massamedia
Bewindpersonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Systeemtheorie

A
  1. Invoer
  2. Omzetting
  3. Uitvoer
  4. Feedback
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

3 fases in omzetting

A

Politieke agenda
Beleidsvoorbereidingen
Beleidsbepalingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Barriere model

A
  1. Herkennen probleem
  2. Afwegen
  3. Beslissen oplossing
  4. Uitvoeren oplossing
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Verschil actiegroepen en actieorganisaties

A

Actiegroepen: ideaal, tijdelijk, niet professioneel
Actieorganisaties: ideaal, lang termijn, professioneel

17
Q

Politieke functies media

A
Informatief
Spreekbuis
Onderzoekende
Controlerende
Commentaar
18
Q

Functies politieke partijen

A

Informatief
Participatie
Selectiefunctie

19
Q

Ostrogorski paradox

A

Niet alle stemmers voelen zich op alle gebieden vertegenwoordigt