Plato Flashcards

1
Q

Metafysica van Plato

A

Ideeënwereld. Je kan ware kennis verkrijgen door kritisch na te denken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Kennistheorie van Plato

A

De kennistheorie is de grot allegorie en de vier niveau’s van kennis: Vermoeden (de schaduwen in de grot), Geloven (de objecten die de schaduwen maken), Denken (de schaduwen buiten de grot), Inzicht (de zon).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Filosofische antropologie van Plato

A

De zielenwagen allegorie, dat houdt in dat er een wagen(menner) is die twee teugels vasthoudt van twee verschillende paarden, een zwarte; die staat voor de negatieve eigenschappen van de mens zoals verlangen/ en het witte paard; die staat voor de goede eigenschappen, zoals moed. De wagenmenner staat voor de rede of het verstand. Deze heeft de teugels in handen en moet de twee paarden evenveel in controle houden zodat ze netje naast elkaar lopen en dus met elkaar kunnen samenwerken om ergens te komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Plato’s twee wereldentheorie/ideeënleer/vormenleer

A

Twee-werelden theorie is eeuwig en onvergankelijk, waar in tegenstelling de normale wereld niet-eeuwig en vergankelijk is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

oerbeeld / afbeelding

A

Het idee van bijvoorbeeld schoonheid of moed. Als je een schilderij hebt met een gevecht waarin de held iemand verslaat, heb je eigenlijk het oerbeeld moet geschilderd. Deze held is moedig en verslaat de vijand. Daarbij is het schilderij zelf de afbeelding (van het oerbeeld).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

ontologie

A

filosoferen over het bestaan, de logica (logos) van het bestaan (ontos)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

metafysica

A

filosoferen over de werkelijkheid (deze termen kan je als synoniem gebruiken).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

dogmatisme

A

Onbewezen stelling tot waar aannemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Ultime ideeën in de ideeënwereld

A

ware —> waarheid
goede -> ‘t goede
schone -> de schoonheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

idealisme

A

een idealist is iemand die de werkelijkheid in zijn hoofd vormt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

dualisme

A

een dualist is iemand die een beeld of idee in twee plakken deelt, dus de twee-wereldentheorie van Plato.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

rationalisme

A

een rationalist is iemand die allen denkt dat je kennis kan krijgen door ‘het denken’.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

universalisme

A

een universalist is iemand die gelooft dat ideeën onafhankelijk zijn van tijd, plaat, etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

anamnese

A

het herinneren van ideeën via het kritisch denken. (belangrijk voor een rationalist en een idealist)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

ziel

A

de essentie van de mens: Dit bestaat uit drie delen:
Rede: rationele en menselijke deel
Moed: irrationele en dierlijke deel
Begeerte: irrationele en dierlijke deel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

normatief mensbeeld

A

het idee hoe mensen moeten zijn