plasticiteit Flashcards

1
Q

welke eigenschap van axonen is cruciaal voor groeien van axon naar specifieke spier of zenuwcel

A

chemische gradiënten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

proliferatie

A

productie van nieuwe cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

differentiatie

A

uitgroei van axonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hoe komen verbindingen minder goed tot stand?

A
  1. verstoringen zwangerschap
  2. genetisch bepaald
  3. omgevingsfactoren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hoe komen verbindingen tot stand?

A

verbindingen moet je gebruiken anders verlies je ze
dus prenataal is er niks aan de hand
postnatale beïnvloeding zorgt hiervoor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hoe heet de proteïne die spieren uitgeven voor de overleving van een neuron?

A

NGF = nerve growth factor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

apopstosis

A

programmed cell death wanneer er geen connectie wordt gemaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

neurotrophin

A

een chemische structuur die zorgt voor groei en activiteit -> NGF

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Old age

A

neuronen verliezen synapsen, overige synapsen veranderen langzamer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hoe ontstaat een verslechterd geheugen als je ouder wordt?

A

aantasting van de hippocampus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

ischemia

A

stroke met bloed klotten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Diaschisis

A

schade aan neuronen in het lichaam door schade aan neuronen in het brein, bijvoorbeeld door een stroke1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

collateral sprouts

A

Bij een open plek in de oppervlakte van dendrieten en cellichamen zorgen neurotrophines voor branches van andere neuronen om lege plek op te vullen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly