hoofdstuk 7 Flashcards

1
Q

wat zijn de 3 verschillende spieren en hun functies?

A
  1. smooth muscles: digestive system en organen
  2. cardiac muscles: control of heart
  3. skeletal muscles: op basis van omgeving
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

neuromuscular junction

A

synaps tussen motor neuron axon en spier vezels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

door de uitgifte van wat kunnen skeletal spieren aantrekken?

A

acetylcholine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

antagonistic spieren

A

laten spieren andere kant op bewegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

welke 2 verschillende spier vezels heb je?

A

snelle- twitch vezels: snel aanspannen, wordt je moe van dat komt door anaerobic, aangezien je zuurstof nodig hebt

langzame- twitch vezels: zorgen niet voor vermoeidheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

proprioceptor

A

receptor die zorgt voor balans

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

motor program

A

gefixeerde sequentie van bewegingen (gapen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

functie cerebrale cortex>

A

het plannen van een beweging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke mechanismen zijn nodig voor plannen van een beweging

A

posterior parietal cortex: monitort positie van lichaam

supplementary motor cortex: verbeteren van foute bewegingen

premotor cortex: meeste actief voor de beweging

prefrontale cortex: sensorische informatie en denkt na over gevolg van de beweging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

2 activatie van spiegelneuronen

A
  1. voorbereiding van beweging
  2. kijken naar iemand anders die beweegt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat zijn de paden van de cerebrale cortex naar de ruggengraat

A

corticospinal tracts

lateral en medial

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

lateral corticospinal tract

A

gaat van de primary motor cortex- langs de red nucleus naar de ruggengraat.

In de medulla (pyramids) steekt ie over naar andere kant van lichaam. Gebruikt bij bewegingen waar maar 1 kant van lichaam nodig is,

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

medial corticospinal tract

A

van veel verschillende plekken op de cortex naar beide kanten van de ruggengraat.

gebruikt bij bilaterale bewegingen naar beide kanten van lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

doel van Cerebellum

A

aiming en timing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

waarom is cerebellum belangrijk

A

heeft meer neuronen dan rest van brein gecombineerd,

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly