planeten Flashcards
1
Q
wat zijn planteneten?
A
hemellichamen die rond een ster draaien en zelf geen licht uitstralen
2
Q
in welk vlak liggen onze planeten?
A
eclipticavlak
3
Q
hoe bewegen de planeten rond de Zon?
A
in elliptisvormige banen
in tegenwijzerszin
4
Q
wat zijn de 2 soorten planeten?
A
- terrische planeten
- gasplaneten
5
Q
wat zijn terrische planeten
A
- klein
- weinig/ geen manen
- grote dichtheid
- zware elementen
6
Q
welke planeten zijn terrische planeten?
A
-Mercurius
- Venus
- Aarde
- Mars
7
Q
wat zijn gasplaneten
A
- groot
- veel manen
- kleinere dichtheid
- lichte elementen
8
Q
welke planeten zijn gasplaneten?
A
- Jupiter
- Saturnus
- Uranus
-Neptunus
9
Q
perihelium
A
Aarde dicht bij de Zon
10
Q
aphelium
A
Aarde ver van de Zon
11
Q
Mercurius
A
- kleinste planeet
- 1 rotatie = 3maanden
- 1 dag = 1 jaar
- ontbreekt atmosfeer -> grote temp verschillen
- hard opp
12
Q
Venus
A
- atmosfeer
- broeikaseffect
- heel warm
- mistig
- draait omgekeerd
13
Q
Mars
A
- gem -55°C
- lijkt hard op aarde
- seizoenen
- 2 manen
- stromend water
14
Q
Jupiter
A
- grootste planeet
- geen vast opp -> gas
- veel manen
- veel wind -> storm