Persoonlijkheid Flashcards
wat is persoonlijkheidspsychologie
- kijkt naar de verschillen tss mensen
- hoe het komt dat mensen zich anders gedragen in dezelfde situatie
wat is persoonlijkheid
- de stabiele aspecten in het gedrag
- onderscheidt mensen van elkaar
- laat toe gedrag te voorspellen
trait vs state
trait = stabiel kenmerk; consistent over situatie en tijd en bepaalt gedrag, gedachten, gevoelens
state = toestand; niet consistent over situatie en tijd
oude benadering van persoonlijkheid + kritiek
- typologie benadering
- de persoonlijkheid is veel te complex om tot een categorie terug te brengen
persoonlijkheid volgens cloninger
temperament
- genetisch bepaald
- waarneembaar vanaf vroeg in de kindertijd
- stabiel doorheen het leven
- hoe men anders reageert op prikkels of hoe onze automatische emotionele reacties verschillen
karakter
- krijgt vorm doorheen het leven obv leerervaringen; opvoeding en gebeurtenissen
- pas ontwikkeld tegen volwassenheid
- ‘vatbaarder’ voor verandering
7 factoren model
temperament:
- novelty seeking
- harm avoidance
- reward dependence
- persistence
karakter:
- self-directedness
- cooperativeness
- self-transcendence
mate van bewust zijn van de persoonlijkheid
temperament: onbewuste automatisch handelen
karakter: bewuste gepland handelen
beiden beïnvloeden gedrag, cognities etc
persoonlijkheidsverschillen mbt reactie op ziekte
- perceptie van klachten
- reactie op klachten
- specificiteit van ziekte
- omgaan met ziekte
- reactie tav van behandeling
wat is een persoonlijkheidsstoornis
leg uit
types persoonlijkheidsstoornissen
cluster A - zonderling
- schizoide
- schizotypische
- paranoide
cluster B - dramatisch
- narcistisch
- histrionische
- antisociale
- borderline
cluster C - angstig
- ontwijkend
- afhankelijke
- dwangmatige
oorzaak persoonlijkheidsstoornis
vroeg onaangepaste schema’s mbt basisbehoeften
basisbehoeften
- anderen helpen
- autonomie
- hechting
- zelfverwezenlijking
- aantrekkelijk gevonden worden
vroeg onaangepaste schema’s
- ontstaan door temperament en disfunctionele ervaringen uit de jeugd
- activeren bij een gebeurtenis en roepen sterke arousal op door hevige emoties
- schema’s houden zichzelf in stand (door vertekende informatieverwerking) en bepalen het gedrag, gedachten, gevoelens