Persoonlijke Gegevens (Personal Data) Flashcards
Individu en familie
Individual and family
de naam (namen)
the name (names)
Persoonlijke Gegevens
Personal Data
uit/in naam van
from/in the name of
de voornaam (voornamen)
the first name (first names)
de achternaam (achternamen)
the surname (surnames)
de letter (letters)
the letter (letters)
spellen (spelde)
spell (spelled)
een woord spellen
spell a word
heten (heette, h. gegeten)
to be called (was called, h. called)
noemen (noemde, h. genoemd)
call (called, h. called)
anoniem
anonymously
de roepnaam (roepnamen)
the first name people use to address you (it’s like a nickname, but this one is official)
de bijnaam (bijnamen)
the nickname (nicknames)
de meneer
the mister/sir (less formal)
de mijnheer (form)
sir (formal)
de mevrouw
the woman/lady
de heer (heren)
the lord (gentlemen)
de dame (dames)
the lady (ladies)
het paspoort (paspoorten)
the passport (passports)
de identiteit (identiteiten)
the identity (identities)
de identiteitskaart (identiteitskaarten)
the identity card (identity cards)
de legitimatie (legitimaties)
the legitimation (legitimations)
zich legitimeren (legitimeerde zich, h. zich gelegitimeerd)
to identify oneself (identified oneself, h. identified oneself)
ondertekenen (ondertekende, h. ondertekend)
sign (signed, h. signed)
tekenen (tekende, h. getekend)
sign (signed, h. signed)
de handtekening (handtekeningen)
the signature (signatures)
de nationaliteit (nationaliteiten)
the nationality (nationalities)
het adres (adressen)
the address (addresses)
wonen (woonde, h. gewoond)
live (lived, h. lived)
de woonplaats
the place of residence
het (huis) nummer/s
the house number/s
het telefoonnummer/s
the phone number/s
het visitekaartje/s
het naamkaartje/s
the business card/s
the name card/s
uit [prep]
where something or someone comes from
geboren
born
de geboortedatum (geboortedata)
the date of birth/s
de geboorteplaats (geboorteplaatsen)
the place of birth/s
de geboorte
the birth
de verjaardag
the birthday
de leeftijd
the age
van middelbare leeftijd
middle aged
oud
old
de ouderdom
the old age
het geslacht (geslachten)
the gender (genders)
het geslacht (geslachten)
the gender (genders)
mannelijk
male
vrouwelijk
female
alleenstaand
single
getrouwd
married
de man (mannen)
the man
de echtgenoot (echtgenoten)
the husband/s
de vrouw (vrouwen)
the woman
de echtgenote/s
the wife/wives
gescheiden
separated
de weduwe (weduwen)
the widow (widows)
de weduwnaar/s
the widower/s
de familie
the family
het gezin (gezinnen)
the family (families)
de stamboom (stambomen)
the family tree/s
