personen met verstandelijke handicap Flashcards
Pioniers?
- Pinel
- Esquirol
- Itard
- Seguin
Pinel?
- hervormingen in de behandeling van psychische aandoeningen.
- verwijderen van de ketenen en het stoppen van wrede behandelingen in krankzinnigheidsinrichtingen.
- classificeerde verschillende psychische aandoeningen en probeerde ze te begrijpen op basis van symptomen en gedrag.
- menselijke en gespreksgerichte aanpak in plaats van fysieke dwangmiddelen en isolatie.
Zijn werk legde de basis voor moderne psychiatrische praktijken en het idee van psychiatrie als een medisch specialisme.
Esquirol?
- grondlegger van moderne psychiatrie.
- zette het werk voort van Philippe Pinel
- wetenschappelijke en medische benadering van psychiatrie.
- classificeerde en categoriseerde psychische aandoeningen op basis van symptomen en observatie.
- Hij introduceerde termen als “monomanie” en “folie circulaire” om verschillende psychische stoornissen te beschrijven.
Zijn werk had invloed op de ontwikkeling van de moderne psychiatrie en begrip van geestesziekten in de 19e eeuw.
Itard?
- het meest bekend om zijn werk met Victor, een jongen die opgroeide in het wild en die door Itard werd verzorgd en opgevoed.
- methoden voor het onderwijzen en revalideren van kinderen met ontwikkelingsachterstanden of cognitieve beperkingen.
- probeerde Victor te socialiseren en de menselijke taal aan hem te onderwijzen, hoewel dit een uitdagende taak bleek te zijn vanwege het gebrek aan menselijk contact dat Victor had ervaren.
- vroege werk in de ontwikkeling van gebarentaal
Itards werk met Victor en zijn bijdragen aan de pedagogiek en communicatietherapie hebben een blijvende invloed gehad op het onderwijs en de zorg voor mensen met speciale behoeften.
Seguin
- belangrijke bijdragen heeft geleverd aan de ontwikkeling van onderwijsmethoden voor mensen met verstandelijke beperkingen.
- Hij geloofde sterk in hun leerpotentieel
- ontwikkelde praktische, hands-on lesmethoden om hun cognitieve en motorische vaardigheden te verbeteren.
- Zijn werk heeft de pedagogie voor mensen met verstandelijke beperkingen positief beïnvloed en
- benadrukte het belang van individuele aandacht en positieve versterking.
Kanunnik Petrus Jozef Triest?
- Kanunnik Petrus Jozef Triest (1760-1836) was een katholieke priester in Vlaanderen.
- Hij richtte liefdadigheidsinstellingen op
- zorgde voor armen, wezen en mensen met een verstandelijke beperking.
- geloofde sterk in onderwijs en stichtte scholen en zorginstellingen.
- Broeders van Liefde
Hij wordt beschouwd als eenpionier in sociaal werk en welzijnswerk in België.
Triest is ook heilig verklaard in de katholieke kerk vanwege zijn toewijding aan liefdadigheid en zorg voor de behoeftigen.
Jozef Guislain
Belgische psychiater en pionier in de geestelijke gezondheidszorg,
1. Oprichter eerste moderne psychiatrische ziekenhuizen in België.
2. Zijn inspanningen om de behandeling van geesteszieken te verbeteren.
3. Het onderwijzen en verspreiden van humane behandelmethoden voor psychiatrische patiënten.
4. Zijn invloed als een van de eerste voorstanders van de psychiatrie als een apart medisch vakgebied.
Rond 1850: ontstaan van de eerste inrichtingen
Deze drie figuren, Jacob Guggelbühl, Édouard Séguin, en Samuel Howe, speelden een belangrijke rol in de vroege geschiedenis van de institutionalisering en het speciaal onderwijs voor mensen met een verstandelijke beperking en visuele beperkingen.
In de late 19e en vroege 20e eeuw
Positivisme en evolutieleer
In de late 19e en vroege 20e eeuw kwamen er ideeën op die de pedagogische benaderingen voor mensen met een beperking onder druk zetten:
1. Focus op Lichamelijke en Biologische Aspecten
- Stamboomstudie en Eugenetica:
* Dugdale deed onderzoek naar de familie ‘the Jukes’ en Goddard naar de familie ‘Kallikak’.
Zij concludeerden dat verstandelijke beperkingen erfelijk waren en samenhangen met criminaliteit, armoede, en marginaal leven. - mensen met een beperking werden gezien als bronnen van sociale problemen.
- Institutionalisering: onder het mom van ‘bescherming van de maatschappij’.
1905: PSYCHOMETRISCHE RICHTING
Binet en Simon kregen in het begin van de 20ste eeuw opdracht om een methode te vinden om kinderen met een lichtere vorm van verstandelijke beperking op te sporen.
- Werk van Binet was een test die de natuurlijke intelligentie zou meten ‘de aangeboren intelligentie’.
- Binet – Simon test
Terman voerde het begrip ‘intelligentiequotiënt in’.
* IQ is erfelijk en onveranderlijk
* Ras kwaliteiten Testbeweging nam een grote vlucht.
Testbeweging nam een grote vlucht.
VANAF 1925
EERSTE TEKENEN VAN EEN KENTERING
Vanaf 1925 begon de manier waarop men naar personen met een verstandelijke beperking keek te veranderen:
1. Iowa Studies: Deze onderzoeken toonden aan dat kinderen met een verstandelijke beperking konden groeien en leren als ze de juiste steun en omgeving kregen.
2. Belangrijke Onderzoekers: Skeels, Oye en Skodak brachten de discussie over ‘nature versus nurture’ weer op gang. Ze stelden dat zowel opvoeding als de sociale omgeving net zo belangrijk zijn voor ontwikkeling als erfelijkheid.
3. Evenwicht Tussen Erfelijkheid en Omgeving: Door deze inzichten begon men te erkennen dat zowel de genen van iemand als hun leefomgeving een rol spelen in hun ontwikkeling.
Deze veranderingen leidden tot een nieuw begrip van verstandelijke beperking, waarbij meer nadruk werd gelegd op ondersteuning en inclusie
NA 1950 tegenstroom!!!
Bowlby en Spitz: wezen op het gevaar voor ontwikkelingsstoornissen bij mensen die lange tijd in inrichtingen verbleven (=hospitalisatiesyndroom).
- Gebrek aan stimulans, aan warme vaste relaties als oorzaken van verwaarlozing en deprivatie.
- Aangeleerde hulpeloosheid
- hechtingsonderzoek
1960: Start aversie voor instituut zorg !!!!
Beschrijving Goffman
- Onbekwamen: Zoals blinden, wezen, en ouderen.
- Gevaar voor Zichzelf: Bijvoorbeeld mensen met geestesziekten.
- Gevaar voor de Samenleving: Zoals gevangenissen.
- Werkgerelateerd: Bijvoorbeeld het leger of internaten.
- Religieuze Instellingen: Zoals kloosters.
Kenmerken van deze instituten
- Ze hebben veel controle over de mensen die er verblijven.
- Ze beperken contact met de buitenwereld.
- Iedereen doet dezelfde soort activiteiten.
gevolgen van leven in zo’n instituut
kennen
- aantasting persoonlijkheid.
- Minder persoonlijke veiligheid.
- Minder privacy.
- Sterke controle door anderen.
- Weinig kans om zelf beslissingen te nemen.
1960 – 1970: disability rights movement
Tussen 1960 en 1970 ontstond de ‘disability rights movement’, een beweging die opkwam voor de rechten van mensen met een beperking:
1. Strijd voor Gelijkheid: Mensen met een beperking en hun ondersteuners vochten voor gelijke rechten en kansen, zoals toegang tot onderwijs, werk, en openbare plaatsen.
2. Tegen Discriminatie: Ze wilden een einde maken aan discriminatie en vooroordelen tegen mensen met een beperking.
3. Onafhankelijkheid en Keuzevrijheid: De beweging streefde ernaar dat mensen met een beperking meer controle kregen over hun eigen leven, zoals zelf beslissen waar en hoe ze wilden wonen.
4. Wettelijke Veranderingen: Er werden wetten aangenomen die de rechten van mensen met een beperking beschermden.
Deze periode was een belangrijke tijd voor het verbeteren van de levensomstandigheden en rechten van mensen met een beperking.