Personen met een visuele beperking Flashcards

1
Q

Oftalmologisch

A

oogheelkunde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Visus

A

gezichtsscherpte, het vermogen om dingen in ons gezichtsveld te kunnen onderscheiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

CVS

A

Cerebrale visuele stoornissen, stoornissen aan de gezichtsbanen of in het optisch centrum van de hersenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Gezichtsveld

A

Datgene wat in één opslag gezien kan worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Cataract

A

vertroebeling van de ooglens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Retinitis pigmentosa

A

nachtblindheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

maculadegeneratie

A

het afsterven van de gele vlek, waardoor het centrale deel van het gezichtsveld niet meer zichtbaar is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Ablatio Retina

A

Het netvlies dat komt los

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Glaucoom

A

Vocht achter het oog die drukt veroorzaakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Nystagmus

A

Oogbewegingsstoornis waarbij de ogen voortdurend van links naar rechts bewegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

blindisme

A

stereotype bewegingen die als nutteloos; doelloos en problematisch worden ervaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

stabiliserende functie

A

blindisme bieden een veilig gevoel, de persoon voelt zich verbonden met zichzelf en heeft daardoor het idee meer controle te hebben over bepaalde situaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

compenseren functie

A

proprioceptie, het vermogen van een organisme van een organisme om de positie van het eigen lichaam en lichaamsdelen waar te nemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

blindheidsmasker

A

zwakke gelaatsuitdrukking, doordat ze deze nooit hebben leren imiteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

verbale koord

A

het kind praat en vraagt aan één stuk door

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

verbalisme

A

persoon met een visuele beperking gebruikt woorden waaraan geen duidelijke begrippen gekoppeld zijn, woorden waarvan ze zelf de betekenis niet weten.

17
Q

haptische waarneming

A

de tast die we hebben

18
Q

stereoplastisch

A

voorwerpen moeten van alle kanten betast worden

19
Q

echolokalisatie

A

door behulp van een klikgeluid kan men echo’s waarnemen om een ruimtelijk beeld te vormen

20
Q

torbal

A

manier om de motorische ontw. te bevorderen door het organiseren van activiteiten

21
Q

PAB

A

Persoonlijk assistentie budget