Pathologie Flashcards
Wat zijn adaptaties?
Reversibele functionele en structurele veranderingen als reactie op de omgeving
Wat is hypertrofie?
Een adaptatie waarbij de grootte van het orgaan toeneemt door de toename van grootte van cellen.
Wat is een voorbeeld van hypertrofie?
Fysiologisch: sport, zwangerschap
Pathologisch: hoge bloeddruk
Wat is hyperplasie?
Een adaptatie waarbij het orgaanvolume toeneemt door proliferatie van uitgerijpte cellen of stamcellen.
Wat is heel belangrijk om je te realiseren wanneer je het hebt over hyperplasie?
Het is gereguleerd.
Wat is atrofie?
Een adaptatie waarbij een orgaan kleiner wordt door vermindering van celgrootte en aantal.
Welke soorten atrofie zijn er? En wat houden ze in?
Enkelvoudig: kleiner worden van cellen
Numeriek: afname van het aantal cellen
Wat is metaplasie?
Een adaptatie waarbij een volledig gedifferentieerde cel in een ander verwant type verandert.
Waar vindt metaplasie vooral plaats?
Bij epitheelcellen
Noem 2 voorbeelden van metaplasie.
- Chronische irritatie in de luchtwegen zal zorgen voor metaplasie van cilindrisch naar kubisch epitheel.
- Steentjes in de pancreas kunnen zorgen voor metaplasie van cilindrisch naar kubisch epitheel.
- In de slokdarm kunnen door reflux kubisch epitheel worden verandert naar cilindrisch epitheel.
Wat gebeurt er wanneer de stress groter is dan het adaptatievermogen?
De cel gaat dan dood via necrose of apoptose
Wat gebeurt er bij necrose?
De cel gaat pathologisch kapot door enzymen. Er is lekkage van cel-componenten.
Wat gebeurt er bij apoptose?
De cel vernietigt zichzelf.
Bij welke adaptaties is de kans op dysplasie groot?
Hyperplasie en metaplasie
Wat is dysplasie?
Verstoorde groei van epitheel
Wat is een carcinoma in situ?
een ernstige vorm van dysplasie
Wat kan je zien bij maligne tumoren?
Dat ze door het basale membraan heen zijn en soms is er desmoplastisch stroma
Hoe heet een tumor in vetweefsel? (benigne, maligne)
lipoom / liposarcoom