Bindweefsel Flashcards

1
Q

Wat is de functie van bindweefsel?

A

Ondersteunen en verbinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de 3 hoofdtypen van bindweefsel?

A

cellen, vezels en tussenstof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke componenten vormen de extracellulaire matrix?

A

de vezels en de tussenstof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zit er tussen bind- en epitheelweefsel?

A

De basale lamina

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke eiwitten spelen een rol bij de verankering van epitheelcellen aan de basale lamina?

A

Integrines, plectine, laminine, type 4 en 17 collageen, BP230 en keratine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke soorten bindweefsel zijn er?

A

losmazig, dicht gericht en dicht ongericht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de functie van reticuline vezels? en welk type collageen is het?

A

Type 3 collageen en de functie is het vormen van een netwerk en ondersteuning bieden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe vindt migratie door een bloedvat naar bindweefsel plaats? En wat is de andere naam ervoor?

A

Het heet officieel diapedese. Op plek van infectie worden er cytokines uitgescheiden waardoor het epitheel van de cappilairen selectines produceert. Neutrofielen hebben hiervoor liganden en remmen af. Dan binden de neutrofielen met hun integrinen aan de integrine liganden van het epitheel van het bloedvat en kunnen ze naar binnen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een andere naam voor vetweefsel?

A

Adipocytes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de functie van elastische vezels (elastine vezels)?

A

Rekbaarheid van weefsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat doen fibroblasten?

A

Ze produceren alle elementen van het bindweefsel. Ze hebben veel ER en golgi

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke moleculen bevinden zich veel in de tussenstof?

A

Proteoglycanen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe zorgen proteoglycanen voor drukvastheid?

A

Doordat ze een negatieve lading hebben en daardoor natrium en water aantrekken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Denk aan lagen van de huid: waar zit gericht bindweefsel en waar is het minder gericht?

A

In de epidermis is het bindweefsel meer gericht en zijn de vezels kleiner. In de dermis zijn de vezels groter en is het meer ongericht bindweefsel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe zie je verschil tussen actieve en inactieve fibroblasten?

A

Bij actief zie je vaak een nucleolus en deze zijn lichter van kleur. Bij inactief zijn ze donkerder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe noem je een inactieve fibroblast?

A

Een fibrocyt

17
Q
A