parasieten Flashcards

1
Q

3 groepen van parasieten

A
  • protozoa (unicellulaire eukaryoot)
  • helminthes (multicellulaire “ ) *
  • atropoden (multicellulaire “ ) *
  • = metazoa
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

2 groepen van protozoa

A
  • intestinale en urogenitale protozoa

* bloed en weefsel protozoa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

bloed en weefsel protozoa:

4 voorbeelden

A
  • Plasmodium falciparum (!) (sporozoa)
  • Toxoplasma gondii (sporozoa)
  • Leishmania species (flagellaten)
  • Trypanosoma (flagellaten)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

intestinale en urogenitale protozoa:

4 voorbeelden

A
  • Entamoeba histolytica (amoeben)
  • Giardia lamblia (flagellaten)
  • Trichomonas vaginalis (flagellaten)
  • Cryptosporidium species (sporozoa)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Entamoeba histolytica:

stadia

A

Trofozoiet en cyste

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Entamoeba histolytica:

Waar?

A

Wereldwijd voorkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Entamoeba histolytica:

Reservoir?

A

reservoir: asymptomatische dragers

men schat 10% vd wereldbevolking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Entamoeba histolytica:

Verspreiding via…

A
  • gebrekkige hygiëne
    (contact afvalwater!, voedsel, kampen enzo)
  • homo-(hetero-) sexuele contacten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Entamoeba histolytica:

Levenscyclus (kort)

A
  • ingestie cysten -> vrijzetting trofozoieten in ileum
  • trofozoieten evolueren nr:
    OFWEL niet-pathogene minuta-vorm
    -> encystatie + excretie OF evol nr magnavorm
    OFWEL pathogene magna-vorm
    -> hect ah darmslijmvlies (proteolyt enzymen)
    OF invasie submucosa nr lever
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Entamoeba histolytica:

Ziektebeelden

A

Intestinale amoebiase (bloederige etterige stoelgang, …)

Extra-intestinale amoebiase (leverabces, …)

Asymptomatisch dragerschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Entamoeba histolytica:

Diagnose

A

Gebaseerd op microscopisch onderzoek faeces

Evt bevestiging dr serologisch onderzoek

Punctie vh leverabces (weinig gevoelig)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Entamoeba histolytica:

Preventie

A

Via adequate sanitaire voorzieningen,

chlorinatie water etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Entamoeba histolytica:

Behandeling amoebiasis

A

Metronidazole

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q
Giardia intestinalis (Giardia lamblia): 
stadia
A

Cyste en trofoziet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Giardia lamblia:

Waar?

A

Wereldwijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Giardia lamblia:

Reservoir

A

Dierlijke reservoirs (bevers, muskus-ratten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Giardia lamblia:

Verspreiding via…

A

Besmet voedsel + tussen personen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Giardia lamblia:

Levenscyclus (kort)

A
  • ingestie cysten
  • excystatie, vrijzetting trofozoieten
    (peervormig, ventrale zuignap)
  • vermenigvuldiging in dunne darm
  • lokale necrose (extra-intestinale verspr = zeer zeldz)
  • encystatie bij afdaling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Giardia lamblia:

Ziektebeelden

A

Asymptomatisch dragerschap
->
Milde tot ernstige malabsorptie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Giardia lamblia:

Diagnose

A

Via microscopisch onderzoek faeces

Of diagnose via antigeen detectie test

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Giardia lamblia:

Preventie

A

Via algemene hygiënische voorzorgen

+ sanitaire voorzorgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Giardia lamblia:

Behandeling

A

Nitro-imidazole

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Trichomonas vaginalis:

stadia

A

Enkel trofozoietvorm! (geen cyste)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Trichomonas vaginalis:

Waar?

A

Wereldwijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Trichomonas vaginalis:

Reservoir

A

Asymptomatische dragers (mannen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Trichomonas vaginalis:

Transmissie

A

Vnl via sexueel contact

Ook via huid-huid contact, kleding, toiletartikels,
tijdens passage geboortekanaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Trichomonas vaginalis:

Levenscyclus (kort)

A

Trofoziet overdracht -> vermenigvuldiging via splitsing bij zure pH -> beschadiging vh vaginale epitheel (erosies)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Trichomonas vaginalis:

Ziektebeelden

A

Vrouw: vaginitis
(overvloedig waterig geel-groen vaginaal verlies + jeuk)
(soms meer uitgebreide erosies met dysurie)

Man: asymptomatisch dragerschap
(soms prostatitis, epididymitis, urethritis)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Trichomonas vaginalis:

Diagnose

A

Via microscopisch onderzoek vaginaal en urethraal secreet of urinesediment

Nucleïnezuur probe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Trichomonas vaginalis:

Preventie

A

Via persoonlijke hygiëne

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Trichomonas vaginalis:

Behandeling

A

Nitro-imidazole
-> noodz dat seksuele partners gelijktijdig behandeld w:
re-infectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Leishmania species:

Stadia

A

Amastigoot en promastigoot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Leishmania species:

Waar?

A

Tropen, subtropen

Europa: mediterraan gebied + importpathologie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Leishmania species:

Reservoir

A

Zoönose: honden en knaagdieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Leishmania species:

Verspreiding via…

A

Vector: zandvliegen (Phlebotomus)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Leishmania species:

3 vormen

A
•	Viscerale infectie (kala-azar)
      (L. donovani, L. infantum)
•	Cutane infectie 
      (L. major, L. tropica)
•	Muco-cutane vorm 
      (L. braziliensis, L. Mexicana)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

Leishmania species:

Levenscyclus (kort)

A

Promastigoot vrij in speeksel zandvlieg -> inoculatie in mens -> infecteren macrofagen -> transformeren nr amastigoot -> reproductie -> bij cellyse opname dr mononucleairen (verspreiding nr vss weefsel)

Bloedname mens dr andere vlieg -> amastigoot nr promastigoot -> multiplicatie via binaire splitsing -> migratie nr proboscis vd zandvlieg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

Leishmania species:

Ziektebeeld viscerale leishmaniase

A

(meest ernstige vorm)
95% overlijden indien onbehandeld

Spreiding parasiet nr lever, milt, beenmerg, lymfeklieren

  • > koorts, anemie, gewichts↓ , hepato-spleno-megalie
  • > gepigmenteerde, granulomateuze huidletsels
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

Leishmania species:

Ziektebeeld cutane leishmaniase

A

(meest frequente vorm)

Rode papel op plaats inoculatie
-> evol tot ulcera en secundaire infectie mogelijk

Geneest met littekenvorming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

Leishmania species:

Ziektebeeld muco-cutane leishmaniase

A

(= gevolg ve cutane infectie id nabijheid v mucosae)

Uitgebreide letsels met partiële/ complete vernietiging van de rhino-pharyngeale mucosae

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
41
Q

Leishmania species:

Diagnose

A

Via microscopisch onderzoek weefsel, beenmerg, lymfeklieren

Serologische diagnose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
42
Q

Leishmania species:

Preventie

A

Via bescherming tgn zandvliegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
43
Q

Leishmania species:

Behandeling

A

Vooral muco-cutane en viscerale vorm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
44
Q

Trypanosoma:

2 varianten

A

T. brucei (afrikaanse variant)

T. cruzi (amerikaanse variant)

45
Q

Subspecies T. brucei

A
  • -Gambiense
    - > W-Afrika
    - > Gastheren: mensen en tseetseevlieg
    • -Rhodesiense
      - > O-Afrika
      - > Gastheren: wilde dieren en tseetseevlieg
46
Q

Trypanosoma brucei:

Ziekte

A

Afrikaans slaapziekte

47
Q

Trypanosoma brucei:

Verspreiding via…

A

Tseetseevlieg (Glossina palpalis)

48
Q

Trypanosoma brucei:

Levenscyclus (kort)

A

Trypomastigoot in speekselklier tseetseevlieg -> inoculatie -> spreiding nr bloed, lymfewegen en CZS -> binaire splitsing

Opname dr andere tseetseevlieg -> vermenigvuldiging in darm + ontw nr epimastigoten -> migratie nr speekselklier: hier transformatie nr infectieuze trypomastigoten

49
Q

Trypanosoma brucei:

Ziektebeeld

A

Afrikaanse trypanosomiase of slaapziekte
1) Ulcera op plaats inoculatie
2) Hemolymfatische fase
(koorts, myalgie, arthralgie)
3) Snelle (rhodesiense) of trage (gambiense) evolutie nr aantasting CZS …
Finaal: …. -> overlijden indien onbehandeld

50
Q

Trypanosoma cruzi:

Ziekte

A

Chagasziekte

51
Q

Trypanosoma cruzi:

Waar?

A

Centraal- en Zuid-Amerika

52
Q

Trypanosoma cruzi:

Reservoir

A

Wilde dieren en huisdieren

53
Q

Trypanosoma cruzi:

Verspreiding via…

A

Wantsen (triatomine kever)

54
Q

Trypanosoma cruzi:

Levenscyclus (kort)

A

Tripomastigoot via feces ‘kissing bug’ in wonde -> migratie nr hart, lever, CZS -> evol nr IC amastigoot -> vermenigv -> cellyse&vrijzetting

Ofwel nieuwe infectieronde
Ofwel evolutie tot trypomastigoot -> dr kevers opgenomen tijdens bloedzuigen -> in darm nr epimastigoot -> na multiplicatie nr trypomastigoot

55
Q

Trypanosoma cruzi:

Ziektebeeld

A

Amerikaanse trypanosomiase (chagas ziekte)
- Acute fase, kort na inoculatie: -> chagoma met freq uitslag en oedeem (thv ogen/gelaat) -> gevolgd dr koorts, lymfadenopathie, malaise, myalgie, huiduitslag, hepatosplenomegalie
- Asymptomatische fase
-> 30% evolutie nr chronische symptomatische vorm
(mega-oesofagus, cardiomyopathie, …)
-> overlijden dr weefseldestructie & blokkage hart

56
Q

Trypanosoma:

Diagnose

A

Via microscopisch onderzoek bloeduitstrijkjes, CSV, lymfeklieraspiraten

Meerdere onderzoeken vaak nodig

57
Q

Trypanosoma:

Preventie

A

Uitroeiing broedplaatsen tseetsee-vliegen en kevers

Persoonlijke bescherming (oa via kleding)

58
Q

Trypanosoma:

Behandeling

A

Zo vroeg mogelijk

Geen behandeling vr chronische Amerikaanse vorm

59
Q

Cryptosporidium species:

Waar?

A

Wereldwijd

ook infecties in zoogdieren, reptielen en vissen

60
Q

Cryptosporidium species:

Besmetting

A

Via water

Zoönotische besmetting

Overdracht v persoon tot persoon

61
Q

Cryptosporidium species:

Levenscyclus (kort)

A

Inname oöcyst -> ih darmlumen komen hieruit sporozoieten vrij -> infecteren darmepitheelcellen

Aseksuele cyclus: uitrijping tot trofozoieten -> meronten/schizonten -> merozoieten -> lyseren darmepitheelcellen (herh cyclus in andere enterocyten)
Seksuele cyclus: sommige merozoieten ontwikkelen tot micro- en macrogamonten ♂ ♀ -> °zygote -> oöcyste (in stoelgang het lichaam verlaten)

62
Q

Cryptosporidium species:

Ziektebeeld

A

Meestal:
zelf-limiterende milde enterocolitis + waterige diarree
Immuungecomprom pt:
uitgesproken, chronische diarree met bel vochtverlies

Asymptomatisch dragerschap & excretie na infectie mog

63
Q

Cryptosporidium species:

Diagnose

A

Via microscopisch onderzoek faeces

64
Q

Cryptosporidium species:

Preventie

A

Volledige preventie=moeilijk

Goede controle drinkwater & persoonlijke hygiëne

65
Q

Cryptosporidium species:

Behandeling

A

Geen effectieve GM vr beh cryptosporidiose:

(orale) rehydratatie

66
Q

Plasmodium falciparum:

Ziekte

A

Malaria

67
Q

Plasmodium falciparum:

Waar?

A
Wereldwijd,
vooral in (sub)tropische regio’s
68
Q

Plasmodium falciparum:

Hoofdgastheer

A

Anopheles muskiet

69
Q

Plasmodium falciparum:

Levenscyclus (kort)

A

Infectieuze sporozoieten in bloed via beet muskiet -> nr lever -> penetratie hepatocyt -> aseksuele reproductie (exo-erythrocytaire cyclus) [ovale, vivax: mogelijkh vorming hypnozoieten] -> schizont lysis: vrijzetting merozoieten -> dringen RBC binnen (erythrocytaire cyclus) -> aseksuele reproductie (ringvorm, trofozoïet, schizont) -> lysis RBC: vrijk merozoieten  herh erythrocytaire cyclus (meeste)
OF ontw tot micro- en macrogametocyten -> opgezogen dr mug -> seksuele reproductie -> samen oöcyst vormen -> ruptureert: vrijzetting sporozoieten (nr speekselklier)

70
Q

Plasmodium falciparum:

Ziektebeeld

A
  • Incubatieperiode 7-10 dagen
    • Symptomen dr hemolytische anemie,
      verstopping capillairen, DIC
       aanvallen rilkoorts (freq↓), nausea, braken diarree
       complicaties
      (cerebrale malaria, zwartwaterkoorts, leveraantasting)
       risico op overlijden indien onbehandeld (falciparum)
       beperkte immuniteit na re-infecties
71
Q

Plasmodium falciparum:

Diagnose

A

Microscopisch onderzoek dikdruppel

Antigeen test

72
Q

Plasmodium falciparum:

Preventie

A

Preventie bij reizen nr endemische regio’s: kleding, muskietennet, muggenmelk etc chemoprofylaxe

73
Q

Plasmodium falciparum:

Behandeling

A

Anti-malaria middelen

Afhankelijk resistentie parasiet

74
Q

Toxoplasma gondii:

Waar?

A

Wereldwijd

alomtegenwoordig in herbivoren, carnivoren, vogels

75
Q

Toxoplasma gondii:

Besmetting via

A

Niet voldoende gekookt vlees v besmette dieren (pseudocyste)

Contact oöcyste via gecontamineerde faeces katten

Opm: congenitaal: transplacentaire infectie met tachyzoieten

76
Q

Toxoplasma gondii:

Levenscyclus (kort)

A

Infectie (jonge) kat via krengen met pseudocysten () -> bradyzoieten komen vrij + ontw nr merozoieten
=> aseksuele cylus: nr bradyzoiet en nr weefselcyste
=> seksuele cyclus: soms nr gameten (seksuele voortplanting: sporoblast) -> oöcysten vormen -> excretie via faeces (gesporuleerde oocyste k opgenomen w dr bv ratten/vogels: nr tachyzoieten en weefselcysten (
))
Opm: ontwikkeling sporozoieten in oöcysten

 Wnr mens (dier) oöcysten opneemt: sporozoieten komen hieruit vrij
thv darmlumen -> tachyzoiet vormen -> IC: acute infectie en in 2e fase
evolueren nr bradyzoieten -> wnr omgeven dr cystewand dan
pseudocyste (latente infecties)
 Wnr mens (dier) vlees consumeert dat weefselcysten bevat ->
bradyzoieten komen vrij -> tachyzoiet vormen -> “

77
Q

Toxoplasma gondii:

Ziektebeelden

A

Asymptomatisch: meeste infecties subklin

Symptomatisch:
- symptomatische infectie
vooral in long, hart, lymfoïde organen en CZS
- congenitale infecties: abortus of ernstige
aandoening (hydrocefalie, chorioretinitis)
- immuungecompromitt pt: reactivatie latente
toxoplasmose ; veelal neurologische presentatie

78
Q

Toxoplasma gondii:

Diagnose

A

Serologische diagnose
+ bepaling aviditeit IgG AS
+ evt histologie

79
Q

Toxoplasma gondii:

Preventie

A

Via screening risicopt

Zwangere vrouwen:
cave onvoldoende verhit vlees en contact katten

80
Q

Toxoplasma gondii:

Behandeling

A

Enkel immuun-gecompromitteerde pt

81
Q

Nemathelminthes (nematoden):

2 voorbeelden

A

Enterobius vermicularis

Ancylostoma duodenale / Necator americanus

82
Q

Platyhelminthes:

2 voorbeelden

A

Zuigwormen/trematodes: Schistosoma

Lintwormen/cestodes: Taenia solium

83
Q
Enterobius vermicularis (aarsmade):
Waar?
A

Wereldwijd, vnl kinderen

84
Q

Enterobius vermicularis:

Verspreiding

A

(mens = enigste gastheer)

Faeco-oraal, via stof/kleding/lakens

85
Q

Enterobius vermicularis:

Ziektebeelden

A

Asymptomatisch, jeuk, slapeloosheid

86
Q

Enterobius vermicularis:

Levenscyclus (kort)

A

Orale inname vd eitjes -> omvormen tot larven in duodenum/dundarm -> ontwikkeling tot volw wormpjes -> migratie nr dikke darm -> paren -> daarna zal wijfje migreren richting anus en eitjes leggen id perianale regio (vastkleven met albumine-rijke schaal) -> kind w wakker & krabt -> eitjes komen los vd huid …

87
Q

Enterobius vermicularis:

Diagnose

A

Plakbandtest

88
Q

Enterobius vermicularis:

Behandeling

A

Mebendazole (ganse familie)

Hygiëne

89
Q

Ancylostoma duodenale & Necator americanus:

Besmetting

A

Via contact met besmette bodem

90
Q

Ancylostoma duodenale & Necator americanus:

Levenscyclus (kort)

A

Infectieuze worm penetreert huid -> via circulatie in longen -> opgehoest -> ingeslikt -> ontwikkelt in dundarm -> paren -> tot 20 000 eieren per dag in faeces -> in bodem (tropisch klimaat) ontwikkeling tot infectieuze worm

91
Q

Ancylostoma duodenale & Necator americanus:

Ziektebeelden

A
- acute fase 
      (huiduitslag, jeuk)
- migratie fase 
      (symptomen pneumonie)
- chronische fase 
      (anemie, emaciatie, retardatie, GI sympt)
92
Q

Ancylostoma duodenale & Necator americanus:

Diagnose

A

Via onderzoek faeces

93
Q

Ancylostoma duodenale & Necator americanus:

Preventie

A

Schoenen dragen in endemisch gebied

94
Q

Ancylostoma duodenale & Necator americanus:

Behandeling

A

Mebendazole

Substitutie bloedverlies

95
Q

Schistosoma:

Waar?

A

Tropische en subtropische regio’s

96
Q

Schistosoma:

Infectie

A

Via penetratie huid dr cercaria in stilstaand oppervlaktewater
(cercaria: gecillieerd, vrijzwemmend)

97
Q

Schistosoma:

Levenscyclus (kort)

A

Penetratie huid -> verliezen staart: schistosomulum -> nr circulatie: ontwikkelen tot mature vorm in portale circulatie (overleven dr coating met gastheereigen Ag -> rijpen tot mannelijke en vrouwelijke vorm -> paarsgewijze migratie nr mesenterische venen of venen rond blaas: paren + eieren leggen -> eieren penetreren in darm/blaas: ontstekingsreactie -> ei via feces/urine in water -> larve (miracidia) -> infectie slak -> sporocyst -> ontw tot infectieuze cercariae

98
Q

Schistosoma:

Veneuze plexus van voorkeur

A

S. mansoni & S. Japonicum: mesenterische venen

S. haematobium: venen rondon blaas ( en ureter)

99
Q

Schistosomiasis:

Symptomen

A

Initieel huiduitslag bij penetratie (=swimmers itch)

Bij paring: koorts, hepato-spleno-megalie, diarree, …

Chronische aanwezigheid eieren in weefsels: inflamm, …

100
Q

Schistosomiasis:

Diagnose

A

Microscopisch aantonen eitjes in faeces of urine

Serologie

101
Q

Schistosomiasis:

Preventie

A

Verbeterde sanitaire voorzorgen

Opgelet bij irrigatieprojecten

102
Q

Schistosomiasis:

Behandeling

A

Praziquantel

geen effect wnr fibrosering in weefsel dr eieren

103
Q

Taenia solium en saginata:

Waar?

A

Wereldwijd

104
Q

Taenia solium en saginata:

Besmetting via

A

Via besmet en onvoldoende verhit vlees:

  • varkensvlees: solium
  • rundsvlees: saginata
105
Q

Taenia solium en saginata:

Levenscyclus (kort)

A

Besmetting via cysticercus in vlees -> aanhechting wormlarve in dundarm -> groei worm via aanmaak proglottiden -> sexueel mature proglottiden bevatten eieren -> excretie losgekomen proglottiden via faeces -> in omgeving: hier meestal openbarsten: eieren vrij
(opm: proglottiden taenia solium minder sterk, soms openbarsten in darm mens) -> besmetting varkens/runderen -> ei w larve (oncosfeer) -> penetratie weefsels -> w cysticercus

106
Q

Taenia solium en saginata:

Ziektebeelden

A

Meestal subklinische infectie

Uitzonderlijk nausea, buikpijn, vermagering

T solium: mogelijks vrijkomen oncosfeer in darm en vorming cystercerci in weefsels (bv CZS)

107
Q

Taenia solium en saginata:

Diagnose

A

Aantonen eitjes, proglottiden in faeces
Serologie
Radiologisch aantonen weefselcysten

108
Q

Taenia solium en saginata:

Preventive

A

Bakken, invriezen vlees

Opletten uitstrooien menselijke faeces

109
Q

Taenia solium en saginata:

Behandeling

A

Niclosamide

Praziquantel