Paragraf 1 Flashcards
0
Q
Berechten
A
Tried
1
Q
Basis
A
Foundation
2
Q
Betrokkenheid bij
A
Involvement in
3
Q
Betrouwbaarheid
A
Reliability
4
Q
Garanderen
A
Ensure
5
Q
Gerechtelijk vervolgen
A
Prosecute
6
Q
Herinneren
A
Recall
7
Q
Op voorwaarde dat
A
Provided that
8
Q
Openbaren
A
Reveal
9
Q
Opgeven
A
To abandon
10
Q
Schorsen
A
Suspend
11
Q
Tegenovergestelde
A
Reverse
12
Q
Terechtstaan
A
To stand trial
13
Q
Vasthouden aan
A
To adhere to
14
Q
Verdachte
A
Suspect
15
Q
Veroordelen
A
To be convicted of
16
Q
Vertegenwoordigen
A
To represent
17
Q
Vrijspreken
A
Acqui
18
Q
It was alleged
A
Er werd beweerd
19
Q
Exacting
A
Veeleisend
20
Q
Irrefutable
A
Onweerlegbaar
21
Q
To commit perjury
A
Meineed plegen
22
Q
Referral
A
Verwijzing
23
Q
To resolve
A
Oplossen
24
Q
To serve
A
Uitzitten
25
Q
Squad
A
Team
