Paragraaf 4 Flashcards

1
Q

Zygote

A

een diploïde cel die wordt gevormd uit twee haploïde cellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Klievingsdelingen

A

Celdelingen na de bevruchting van de eicel door een zaadcel waarbij geen groei van de bevruchte eicel plaatsvindt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Morula

A

Embryo in de vroegste embryonale ontwikkeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Placenta

A

Een orgaan waarin uitwisseling van stoffen tussen het bloed van de moeder en het bloed van het embryo plaatsvindt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Celdifferentatie

A

Cellen beïnvloeden elkaar door het afgeven van stoffen waardoor de cellen steeds meer verschillen vertonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Apoptose

A

Geprogrammeerde celdood

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Stamcellen

A

Cellen die nog niet volledig zijn gespecialiseerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly