Paragraaf 2.3💛 Flashcards
1
Q
Myten
A
Verhalen over de leefwereld van goden en godinnen
2
Q
Attisch trio
A
De drie belangrijkste Griekse filosofen: Socrates, Plato en Aristoteles
3
Q
Homerus
A
Belangrijkste Griekse schrijver. Hij schreef de Ilias en de Odysse
4
Q
Komedie
A
Toneelstuk met politieke grappen
5
Q
Tragedie
A
Toneelstuk met noodlottige afloop. Door de verkeerde afloop leert de kijker een les