Paragraaf 2 Flashcards
Karel de vijfde (Karel V)
Koning van de Nederlanden tot 1555.
Filips de tweede (Filips II)
Zoon van Karel V en koning van de Nederlanden vanaf 1555.
De Nederlanden bestonden uit ___________. (Vul in en leg uit)
17 gewesten. Zijn een soort provincies met eigen wetten en belastingen.
Centraal bestuur + 3 manieren hoe.
Een regio dat word bestuurd vanuit één plaats-> Brussel. Overal gelden dezelfde regels.
l
\/
1. Ambtenaren: Mensen die werken voor de overheid.
2. Vaste belastingen: Alle gewesten gaan dezelfde belastingen betalen.
3. Vaste/dezelfde wetten: Ieder gewest krijgt dezelfde wetten en protestanten worden vervolgd.
Landvoogd
Regeert de Nederlanden in naam van de Spaanse koning. (Margaretha van Parma = die van Filips II)
Stadhouder
Werkt voor de landvoogd, bewaart de orde in meerdere gewesten.
1566 + GEVOLG
De adel van de Nederlanden is bang voor een volksopstand, voornamelijk door de vervolgingen en hongersnood.
GEVOLG-> Het smeek schrift der edelen.
Het smeek schrift der edelen + REACTIE VAN MARGARETHA
De adel vraagt de vervolgingen van protestanten te stoppen.
REACTIE VAN MARGARETHA-> Tijdelijke stop van de vervolgingen tot het antwoord van Filips II.
Hagenpreken + GEVOLG
Protestantse kerkdienst in de openlucht.
GEVOLG-> De beeldenstorm.
de beeldenstorm
Het kapot slaan van katholieke kerken en kloosters.
1567
Filips II ontslaat Margaretha van Parma en benoemd de hertog van Alva tot landvoogd.