paragraaf 1 Flashcards

1
Q

Wat wordt verstaan onder materieel recht?

A

Wat is strafbaar en met welke straf –> wetboek van strafrecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat wordt er verstaan onder formeel recht?

A

Hoe het strafproces moet verlopen –> wetboek van strafvordering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is wettelijke strafbaarstelling

A

Iemand kan alleen gestraft worden als die daad wettelijk strafbaar is gesteld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Verbod van terugwerkende kracht

A

Iemand pleegt een daad waar nog geen wet voor is, mag later niet alsnog gestraft worden als er wel een wet voor bestaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bij de wet voorzien

A

De handeling in het proces van strafrecht moet in de wet staan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Accusatoir

A

De verdachte is een gelijkwaardige partij in het strafrechtproces –> verdachte heeft WEL rechten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Inquisitoir

A

De verdachte is het voorwerp van het onderzoek –> de verdachte heeft GEEN rechten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Technisch sepot

A

De zaak wordt geseponeerd omdat er onvoldoende bewijs is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Beleidssepot

A

De zaak wordt geseponeerd in algemeen belang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly