par 1 Flashcards

1
Q

nationalisme

A

grote voorliefde voor eigen land en volk; of streven naar een eigen staat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

imperialisme

A

periode in de geschiedenis (1870-1914) waarin Europese landen grote gebieden in Afrika en Azië veroverden en die tot koloniën maakten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

militarisme

A

het bevorderen en vereren van alles wat met het leger en oorlogvoering te maken heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Centralen

A

bondgenootschap tussen Duitsland en Oostenrijk-Hongarije.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

industrialisatie

A

de komst van industrie (fabrieken) als voornaamste middel van bestaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Geallieerden

A

Frankrijk, Rusland (tot 1917), Groot-Brittannië, Verenigde Staten (vanaf 1917)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

mobiliseren

A

het leger klaarmaken voor de strijd, alle soldaten paraat houden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Eerste Wereldoorlog

A

grote Europese oorlog van 1914 tot 1918, waarin vanaf 1917 ook de Verenigde Staten meevochten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly