Papiaments Pagina 24 Opdracht 3 Tarea 3 Flashcards
Wat is een telefón?
Een apparaat om op afstand te communiceren via spraak.
Wat is een bosina?
Luidspreker, gebruikt om geluid of stemmen weer te geven.
Wat is waya di telefón?
Telefoonkabel, gebruikt voor verbinding via telefoonnetwerken.
Wat is komunikashon?
Communicatie, het proces van informatie overbrengen.
Wat is selular?
Mobiele telefoon, een draadloos communicatieapparaat.
Wat betekent internashonal?
Internationaal, grensoverschrijdend of wereldwijd.
Wat betekent lokat?
Lokaal, binnen een bepaald gebied of plaats.
Wat is kontestadó?
De persoon die een oproep beantwoordt.
Wat betekent okupá?
Bezet, in gebruik of niet beschikbaar.
Wat betekent kontestá?
Beantwoorden, reageren op een telefoongesprek.