Pancreatitis en pancreascarcinoom. Flashcards

1
Q

pancreas exocriene functie

A

afgifte aan darmen van o.a. amylase (afbreken zetmeel tot

maltose), lipase (afbreken lipiden), proteases (afbreken eiwitten), NaHCO3&raquo_space;> activatie in darm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

pancreas endocriene functie

A

afgifte van insuline en glycagon aan het bloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Acute pancreatitis.

A

Acute ontsteking pancreasweefsel waardoor oedeem, zwelling van pancreas = oedemateuze pancreatitis (kan zijn functie niet meer uitoefenen)

Soms autodigestie - vrijkomen van enzymen van pancreas in pancreas, waardoor beschadiging à bloedingen, necrose = necrotiserende pancreatitis (weefsel gaat verloren)

Gevolg is hoge pancreasenzymen in bloed en urine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Oorzaken acute pancreatitis.

Grootste deel:

A
  • alcoholmisbruik zo’n 30-50%

- galstenen à afsluiting sfincter van Oddià reflux van enzymen 40%- 60%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Oorzaken acute pancreatitis.

Minder frequent:

A
  • Afsluiting van ductus pancreaticus door tumor
  • Te hoog calcium / triglyceridenàneerslag pancreasgang
  • Buikoperatie, trauma (schade/letsel)
  • Medicatie, virus zoals bofvirus, CMV, TBC
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Alcohol en pancreatitis.

A
  • alcohol verhoogt doorlaatbaarheid van de gangen in de pancreas lekken van enzymen in pancreas
  • overmaat alcohol veroorzaakt vorming van proteïneafzettingen die gangen blokkeren
  • alcohol wordt in pancreascellen afgebroken waardoor toxische stoffen schade geven aan deze cellen
  • genetische component
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Symptomen acute pancreatitis.

A
  • Buikpijn, soms uitstralend naar rug (vaak moeilijk te lokaliseren)
  • Eten verergert vaak de pijn door stimulatie pancreas
  • Anorexie - geen eetlust
  • Misselijkheid, braken, diarree
  • Steatorroe - vette ontlasting door lipasetekort -> exocriene insufficientie (afgifte naar buiten is onvoldoende)
  • Koorts
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Ernstige gevolgen pancreatitis

A
  • Necrose van pancreas/ vet/ darm à shock*

- Acute nierinsufficiëntie door shock

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Shock.

A

acute levensbedreigende toestand waarbij de druk in de bloedvaten te laag is om de vitale lichaamsfuncties in stand te houden.

De doorbloeding en dus de zuurstofvoorziening van het hart, de hersenen en andere organen komen hierdoor in het gedrang.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Oorzaken shock

A

– ernstige bloeding
– hartinfarct
– ernstige allergie
– bacteriën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Gevolgen shock

A

Septische shock: waarbij een bacterie in de bloedbaan aanleiding geeft tot prikkeling van de vaatwand, waardoor bloedvaten open gaat staan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Overige complicaties acute pancreatitis

A

Icterus (geelzucht) door dichtdrukken galgang door zwelling, galsteen

Ascites: ontstekingsvocht in buikholte, ook peritonitis (ontsteking buikvlies)

Ontstekingsvocht in longen (peuravocht) à ‘respiratoire insufficiëntie’

Opname ICU, een derde van patiënten met ernstige pancreatitis overlijdt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Symptomen shock

A
  • Hypotensie (duizelig, flauwvallen)
  • versnelde ademhaling
  • bleek zien
  • verminderd bewustzijn
  • zwakke pols
  • oligurie (minder plassen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Labuitslagen bij pancreatitis.

A
  • Amylase (methodeafhankelijk)à enzym koolhydraatvertering (in plasma + urine)
  • Lipase à enzymvetvertering

beide waarden zijn methodeafhankelijk en per lab verschillend

  • Melkzuurdehydrogenase LDH (afbraak van cellen)
  • Ureum bij nierinsufficiëntie
  • CRP correleert met ernst van de ontsteking
  • Galstenen: billirubine , leverfuncties
  • Soms glucose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Amylase/lipase (welke methodes)

A

Amylase:

-

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Beeldvorming bij pancreatitis.

A
  • Echo: vocht, stenen, tumor
  • CT: om eventuele necrose van pancreas aan te tonen
  • ERCP: met een endoscoop naar de galgangen, contrastvloeistof spuiten in galwegen/ pancreasgang om galsteen te ontdekken en te verwijderen
    (Endoscopische Retrograde Cholangio Pancreaticografie )
17
Q

Behandeling pancreatitis

A

afhankelijk van ernst, bepaald door labwaarden

18
Q

Behandeling milde pancreatitis (80%)

A

minimale orgaandysfunctie en herstel zonder complicaties (alleen oedeem)

19
Q

Behandeling enstige pancreatitis (20%)

A
  • orgaanfalen door shock en/of locale complicaties, zoals necrose of abces.
  • verschillende scores om ernst in te schatten (APACHE II betere voorspeller, Ranson)
20
Q

APACHE II classificatie

A

Ernstige pancreatitis bij >8.

21
Q

Beleid milde pancreatitis

A

Afwachtend beleid, wél goede observatie.

  • Pijnbestrijding à morfine subcutaan, evt. epiduraal
  • Vochtvolume handhaven à infuus 0,9% NaCl
  • Niets per os tot pijn na eten voorbij is
  • Zo nodig maagsonde bij braken
  • Vervolgen lab dagelijks: glucose, amylase, lipase, calcium
  • zo nodig toedienen zuurstof, glucose
22
Q

Beleid ernstige pancreatitis.

A
  • opname en monitoring op IC
  • bij galstenen ERCP (evt verwijderen galstenen)
  • antibiotica in geval van necrose (omstreden)
  • jejunosonde of parenterale voeding
  • endoscopische/ percutane necrosectomie bij infectie
23
Q

Voeding en pancreatitis

A

“…wordt geadviseerd te starten met een voeding rijk aan koolhydraten en eiwitten, met een maximum van 30 energieprocent vet.” (Informatorium)

“..bij sondevoeding is polymere sondevoeding eerste keuze.” (DBRL 30)

“We use high protein, low fat, semi-elemental feeding formulas (eg, Peptamen AF®) because of a reduction in pancreatic digestive enzymes.” (UptoDate)

24
Q

Verschijnselen chronische pancreatitis.

A
  • Pijn
  • Misselijkheid, braken (N+, V+ : nausea, vomitus)
  • Diabetes mellitus
  • Gewichtsverlies
  • Geelzucht door dichtdrukken galwegen
  • Ontstaan van ‘pseudocysten’ (blaasjes die ontsteking bevatten) die duodenum dichtdrukken

Ondervoeding:

  • verminderde vetopname: steatorroe vette ontlasting
  • hierdoor ook verminderde absorptie van vit. A, D, E, K
25
Q

Oorzaken chronische pancreatitis.

A

Alcohol

  • Taaislijmziektem (slijm is dik en kan pancreas niet uit  ontsteking)
  • Sclerose papil van Vater&raquo_space;> afvoer V
  • tumor
26
Q

Onderzoek chronische pancreatitis

A

Buik overzichtsfoto à verkalkingen

ERCP à stenosen (vernauwing) en dilataties (verwijding) in ductus pancreaticus

CT à tumor

27
Q

Behandeling chronische pancreatitis.

A

Alcoholmisbruik: Stoppen met alcohol, evt. aanvullen tekorten van vitamines, vb. B12

Pijnbestrijding (morfinepreparaten, doornemen of stilleggen zenuwen)

Galwegen openen

Partiële/ gehele pancreasresectie

28
Q

Wat produceert de pancreas?

A

Pancreasenzymen:

  • Pancrease
  • Panzytrat
  • Kreon
29
Q

Symptomen pancreascarcinoom

A
zeurende pijn boven of midden in de buik of rug
verminderde eetlust
gewichtsverlies
icterus
braken N+, misselijk V+

Slechte prognose, vaak te laat ontdekt. Prognose 6-9 maand, 5-jaarsoverleving is

30
Q

Behandeling pancreascarcinoom

A

Alleen bij resectie volledig herstel mogelijk

Resectie van de tumor
- bij tumoren

31
Q

Palliative behandeling

A

radiotherapie bij bloedingen

chemo, soms ook als adjuvante therapie

Palliatief: stent plaatsten in ductus choledochus

32
Q

Symptomen na een Whippleprocedure.

A

Steatorroe (vetdiarree)

Dumpingsyndroom

Diabetes mellitus