p.155 Flashcards
1
Q
zou je het leuk vinden om te komen ?
A
te apetece venir ?
2
Q
ik kom graag
A
voy con mucho gusto
3
Q
zal ik iets te eten meebrengen
A
llevo algo para comer ?
4
Q
ik zou het heel leuk vinden
A
me encantaría
5
Q
neem,pak
A
toma
6
Q
het kleinigheidje
A
la cosita
7
Q
dat had je niet hoeven doen
A
pero si no hacía falta (of) por qué te has molestado
8
Q
nodig zijn
A
hacer falta
9
Q
moeite doen
A
molestarse
10
Q
ik zit vol, ik heb genoeg
A
estoy lleno
11
Q
een beetje
A
un poquito
12
Q
heerlijk, verrukkelijk
A
buenísimo
13
Q
doe maar open
A
ábrela
14
Q
bedankt dat je geweest bent
A
gracias por haber venido
15
Q
wat aardig van je
A
qué detalle
16
Q
overhandigen
A
entregar
17
Q
de gastheer, gastvrouw
A
el/al anfitrión/ona
18
Q
toegestaan zijn, mogen
A
estar permitido
19
Q
is het nog ver naar ?
A
falta mucho para llegar a.. ?