P. 128-130 Flashcards
de broek
le pantalon
le pantalon
de broek
la jupe
de rok
de rok
la jupe
de jurk
la robe
la robe
de jurk
le pull
de trui
de trui
le pull
les chaussures v mv
de schoenen
de schoenen
les chaussures v mv
la taille
de kledingmaat
de kledingmaat
la taille
essayer
passen, proberen
passen, proberen
essayer
le marché
de markt
de markt
le marché
le vêtement
het kledingstuk
het kledingstuk
le vêtement
hésiter
twijfelen
twijfelen
hésiter
un peu
een beetje
een beetje
un peu
vraiment
echt, werkelijk
echt, werkelijk
vraiment
moche
lelijk
lelijk
moche
branché(e)
hip, in de mode
hip, in de mode
branché(e)
sportif, sportive
sportief
sportief
sportif, sportive
l’anniversaire m
de verjaardag
de verjaardag
l’anniversaire m
d’abord
eerst
eerst
d’abord
ensuite
daarna
daarna
ensuite
prendre rendez-vous
afspreken
afspreken
prendre rendez-vous
viens!
kom!
kom!
viens!
Comment tu trouves ce jean bleu?
Hoe vind je deze blauwe spijkerbroek?
Hoe vind je deze blauwe spijkerbroek?
Comment tu trouves ce jean bleu?
Il est pas mal. Il coute combien?
Hij is niet slecht. wat kost hij?
Hij is niet slecht. wat kost hij?
Il est pas mal. Il coute combien?
Il coute trente euros (seulement).
Hij kost (maar) dertig euro.
Hij kost (maar) dertig euro.
Il coute trente euros (seulement).
Ce n’est pas cher.
Dat is niet duur.
Dat is niet duur.
Ce n’est pas cher.
Tu fais quelle taille?
Welke maat heb je?
Welke maat heb je?
Tu fais quelle taille?
je fais du S ou du M.
Ik heb S of M
Ik heb S of M
je fais du S ou du M.
le sac
de tas
de tas
le sac
le T-shirt
het T-shirt
het T-shirt
le T-shirt
les lunettes de soleil v mv
de zonnebril
de zonnebril
les lunettes de soleil v mv
les baskets v mv
de sportschoenen
de sportschoenen
les baskets v mv
les bottes v mv
de laarzen
de laarzen
les bottes v mv
faire du shopping
shoppen, winkelen
shoppen, winkelen
faire du shopping
avoir besoin de
nodig hebben
nodig hebben
avoir besoin de
l’argent (de poche) m
het (zak)geld
het (zak)geld
l’argent (de poche) m
dépenser
uitgeven
uitgeven
dépenser
le magasin
de winkel
de winkel
le magasin
la chose
het ding
het ding
la chose
utile
nuttig
nuttig
utile
rigolo, rigolotte
lollig
lollig
rigolo, rigolotte
drôle
grappig
grappig
drôle