OWE 1 anatomie en vaardigheden Flashcards

1
Q

wat zijn protozoen

A

eencellige diertjes zoals malaria

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe ziet de structuur van een schimmel eruit

A

draadvormig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat betekend Porte de Sortie en wat betekend Porte d ‘entree

A

Sortie is uitgang

entree is ingang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is MRSA

A

Meticilline Resistente Staphylococcus Aureus. Dit is een bacterie die bij de meeste mensen voorkomt maar resistent is tegen de meest antibiotica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wanneer moet je een melding maken als je met clienten werkt met een verminderde weerstand (ziektes die je als medewerker hebt)

A
  • Steenpuist
  • Nagelbedontsteking
  • aanhoudende diarree
  • Hepatitis A
  • Contact met waterpokken of gordelroos
  • herpes labialis
  • conjuctivitis
  • na opname of werken in een buitenlands ziekenhuis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wanneer wordt materiaal gedesinfecteerd

A
  • Medische hulpmiddelen die in aanraaking komen met slijmvliezen.
  • Medische hulpmiddelen die normaal alleen gereinigd moeten worden maar in contact zijn gekomen met een geinfecteerde patient
  • Medische hulpmiddelen die worden gebruikt om grote hoeveelheden uitscheiding op te vangen
  • oppervlakten waar bloed of bloedvattend materiaal, pus of besmet screet op komt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wanneer moet iets steriel gemaakt worden

A
  • Medische hulpmiddelen die direct in contact komen met steriel weefsel of de bloedbaan
  • chirurgisch materiaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is de normale temperatuur en hoeveel kan het verschillen

A

37 graden tussen de 35,5 en 37,7

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is de sytolische druk

A

de maximale druk die wordt opgebouwd in de aorta bij het samentrekken van het linkerventrikel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is de dyastolische druk

A

de minimum druk die optreed tussen twee samentrekking van het hart in

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is de normale hartslag van een volwassene

A

70-90 pm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is de normale hartslag van een kind

A

90-110 pm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is de normale hartslag van een zuigeling

A

120-140 pm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wanneer gebruik je borstademhaling

A

als je gespannen bent en de ademhaling hoger is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wanneer gebruik je een buikademhaling

A

normaal als je ontspannen ben (met je diafragma)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wanneer gebruik je hulpademhalingsspieren en welke zijn dat

A

als de ademfrequentie hoog is en een grote kans op benauwdheid.
- spieren in je nek en schouders.

17
Q

wat is contractuur

A

spierverkorting

18
Q

Wat is een ergonomische principe

A

adviezen met betrekking tot de werkhouding bij tillen en plaatsen

19
Q

wat is een biodynamisch principe?

A

Dit beschrijgt de meest efficiente techniek van het tillen van mensen.

20
Q

wat is een haptonomisch principe

A

Dit houdt rekening met de gevoelsaspecte tot de relatie client-verpleegkundige en de samenwerking hiervan

21
Q

wat is presetting en facilitatie

A

presetting is het opbouwen van de juiste spierspanning om een gewense beweging van de client uit te lokken

Facilitatie is het lichaam positioneren terwijle de juiste beweging wordt uitgelokt

21
Q

wat is presetting en facilitatie

A

presetting is het opbouwen van de juiste spierspanning om een gewense beweging van de client uit te lokken

Facilitatie is het lichaam positioneren terwijle de juiste beweging wordt uitgelokt

22
Q

Wat is kinesomie

A

bewegen vanuit de principes van biomechanica en haptonomie

23
Q

Wat is de relatie van de we BIG met medicatie

A

Dit beschrijft de bevoegdheden ten aanzien van het voorschrijven verstrekken van medicijnen

24
Q

Wat doet de WGBO

A

Beschrijft de rechten van de patient die onder behandeling is

25
Q

Waar vind de meeste opname van een medicijn plaats

A

de dunne darm

26
Q

Gaat een lipofiel medicijn makkelijk of moeileijk door de darmwand

A

makkelijk

27
Q

Hoeveel van de werkzame stof kan je verliezen door het first pass effect

A

to 25%

28
Q

Wat is de entero-hepatische kringloop

A

Wanner afvalstoffen die door de lever wordt uitgescheiden weer opnieuw in de darmen worden opgenomen.

29
Q

Wat zijn 3 processen waardoor de werking van een medicijn kan veranderen

A
  • gewenning
  • resistentie
  • rebound fenomen: het plots stoppen met een medicijn waardoor het probleem waarvoor je medicijnen slikt erger terugkomt
30
Q

Wat is een anabole en wat is een ketabole reactie

A

bij een anabole reactie worden kleine moleculen samengevoegd met grotere en kost energie bij een ketabole reactie is dit omgekeerd

31
Q

Wat is een greenstick fractuur en bij welke leeftijdsgroep komt het het meeste voor

A

Een fractuur waarbij het botvlies intact blijft. komt veel bij kinderen voor