overschot Flashcards
1
Q
hoe zeg je
A
d
2
Q
waar komen jullie vandaan?
A
o
3
Q
zijn naam is
A
o
4
Q
is … jaar oud
A
o
5
Q
is … (beroep)
A
o
6
Q
is … (origin)
A
o
7
Q
zijn telefoonnummer is
A
o
8
Q
zijn e-mailadres is
A
o