Osmoregulatie Flashcards

1
Q

Wat regelt het volume en de ionensamenstelling van de lichaamsvochten

A

Het excretiestelsel (meestal in nieren (in speciale epitheelcellen))

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het drukverschil dat tussen twee oplossingen van verschillende
concentraties ontstaat ten gevolge van osmose?

A

Osmotische druk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is osmotische waarde

A

De druk t.o.v. de druk in een zuiver oplosmiddel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is osmolariteit?

A

De totale hoeveelheid opgeloste stoffen (het aantal osmotisch actieve moles)
in een vloeistof (mol/liter)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is toniciteit

A

Geeft de mogelijkheid van een oplossing aan om het volume van een cel te
veranderen door osmose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is: -Hypotoon
-Hypertoon
-Isotoon

A

-Doet deeltjes weg
-Trekt deeltjes aan
-Evenwicht trekt evenveel deeltjes aan als het weg doet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn Osmoconformers, geef voorbeelden

A

Organismen die in osmotisch evenwicht zijn met hun
omgeving vb. meeste mariene invertebraten, prikken en kraakbeenvissen: haaien en roggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Haaien zijn isotoon aan zeewater, is de NaCl concentratie in de haai dan gelijk aan de NaCl concentratie in de omgeving?

A

Neen, haaien gaan een lagere NaCl concentratie hebben maar een hogere ureumconcentratie. Beide nettoconcentraties gaan dus gelijk zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn osmoregulatoren?

A

Behouden een constante bloedosmolariteit ondanks verschillende
concentraties in omgeving. Ze kunnen verschillende habitats bewonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe doen hypertone zoetwatervertebraten aan osmoregulatie?

A

hebben aanpassingen die het binnenkomen van water in hun lichaam voorkomen en
actief transport van ionen in het lichaam toelaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe doen hypotone mariene vertebraten aan osmoregulatie?

A

zijn aangepast om water vast te houden -> drinken zeewater en elimineren
overtollige ionen via nieren en kieuwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Landvertebraten hebben een hogere waterconcentratie dan lucht
ze dreigen water te verliezen door evaporatie via huid of longen, hoe wordt dit opgelost?

A

Ontwikkelden nieren om water te behouden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe onstaan stikstofatomen in het lichaam

A

Bij afbraak van Aminozuren en Nucleinezuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe gaan deze giftige stilstofatomen verwijderd worden uit het lichaam?

A

NH2 + H+ -> NH3 of ammoniak (deaminatie in lever)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe verwijderen beenvissen en larvale amfibia dit ammoniak?

A

Vooral door diffusie via kieuwen (ook een beetje door urine)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe verwijderen kraakbeenvissen, adulte amfibia en zoogdieren dit ammoniak?

A

ammoniak gaat omgezet worden in ureum -> ureum is oplosbaar in water

17
Q

Hoe verwijderen vogels, reptielen en insecten dit ammoniak?

A

ammoniak gaat omgezet worden naar urinezuur -> urinezuur is niet oplosbaar
urinezuur gaat kristalliseren en uitgescheiden worden, dit proces is heel efficient want er vind minimaal waterverlies plaats bij dit proces (dit gekristalliseerd urinezuur is niet schadelijk voor de schaal van ei en dus ook niet schadelijk voor de embryonale ontwikkeling)

18
Q

Zoogdieren kunnen ook urinezuur produceren vanuit degradatie van purines, niet
vanuit aminozuren. vertel hier over

A

De meesten hebben een enzyme (uricase) dat urinezuur omzet in het meer
oplosbare (allantoïne), mensen hebben dit niet kunnen jicht(ziekte) krijgen door overtollig urinezuur in gewrichten

19
Q

Bij vele dieren is het verwijderen van een bepaalde stof gekoppeld aan het verwijderen van metabole afvalproducten via een excretiesysteem, welke stof?

A

Water

20
Q

Hoe verwijderen sponzen en protista water?

A

Contractie van vacuolen

21
Q

Wat zijn platwormen, gelede wormen, crustacea en insecten?

A

Invertebraten

22
Q

Hoe verwijderen platwormen water?

A

protonefridia die vertakken in vlamcellen openen naar de buitenkant van het lichaam, niet naar de binnenkant (zie tekening)

23
Q

Hoe verwijderen gelede wormen water? (lezen, herkennen niet vanbuiten kennen)

A

nefridia (tekening)
- openen zowel inwendig als uitwendig in het lichaam
- halen vloeistof uit lichaamsholte via filtratie in nefrostomen
- filtratievocht is isotoon aan lichaamsvocht
- NaCl wordt terug afgegeven aan lichaamsvocht via actief transport= reabsorptie
- urine is hypotoon

24
Q

Hoe verwijderen Crustacea water?

A
  • antenneklieren als excretieorganen
  • produceren urine ook via filtratie en reabsorptie
25
Q

Hoe scheiden insecten afvalstoffen uit?
(belangrijke tekening voor verduidelijking)

A
  1. Afvalmoleculen en K+ worden in de buisjes van Malpighi gesecreteerd via actief
    transport
  2. Er ontstaat een osmotische gradiënt die water in de buisjes trekt door
    osmose
  3. Grootste deel van water en K+ wordt dan gereabsorbeerd in het open
    circulatiesysteem door het epitheel van de einddarm
    (efficiënt behoud van water!)
25
Q

Hoe scheiden insecten afvalstoffen uit?
(belangrijke tekening voor verduidelijking)

A
  1. Afvalmoleculen en K+ worden in de buisjes van Malpighi gesecreteerd via actief
    transport
  2. Er ontstaat een osmotische gradiënt die water in de buisjes trekt door
    osmose
  3. Grootste deel van water en K+ wordt dan gereabsorbeerd in het open
    circulatiesysteem door het epitheel van de einddarm
    (efficiënt behoud van water!)
26
Q

Nieren van vertebraten bestaan uit duizenden verschillende …

A

nefronen

27
Q

Wat doen nefronen? (tekening)

A

genereren een vloeistof door filtratie van bloed onder hoge druk
in de glomerulus

28
Q

Waaruit bestaat de vloeistof gegenereerd door nefronen, en wat doet het? (tekening)

A
  1. afvalstoffen water en moleculen
  2. De meeste moleculen en water worden terug getransporteerd naar bloed = reabsorptie (passief en actief)
  3. Bijkomende afvalproducten kunnen aan het filtraat worden toegevoegd door
    secretie en worden verwijderd via urine
29
Q

De vloeistof gegenereerd door nefronen is isotoon wat wil dit zeggen? (tekening)

A
  1. Gelijke water en ionen reabsorptie = isotone urine
  2. Minder water dan ionen reabsorptie = hypotone urine (minder geconcentreerd)
  3. Meer water dan ionen reabsorptie = hypertone urine (meer geconcentreerd)