Organen & Bloed(vaten) Flashcards
Definitie ‘‘organenstelsel’’
een uit een aantal organen opgebouwd deel van een organisme met één of meer functies (verteringsstelsel, bloedvatenstelsel, geraamte/bottenstelsel, zenuwstelsel, zintuigstelsel, voortplantingsstelsel, ademhalingsstelsel, spierstelsel, hormoonstelsel, uitscheidingsstelsel)
Definitie ‘‘organen’’
een uit een aantal typen weefsel opgebouwd deel van een organisme met één of meer functies
Definitie ‘‘weefsel’’
een aantal aaneengesloten cellen met gelijke vorm en functie
Functie van het verteringsstelsel
eiwitten, koolhydraten en vetten worden verteerd; stoffen uit het verteringskanaal worden opgenomen in het bloed
Zuurstofarm bloed
zit aan de linker kant op een plaatje (rechterkant van het lichaam) word door de aders vervoerd
Zuurstofrijk bloed
zit aan de rechter kant op een plaatje (linkerkant van het lichaam) Bijna alle slagaders bevatten zuurstofrijk bloed. Dit bloed heeft een lichtrode kleur. Vanuit de linkerkamer van het hart wordt het zuurstofrijke bloed door het menselijke lichaam rondgepompt, dit is de grote bloedsomloop. (word door de slagaders gevoerd)
Kransslagader
kransslagaders zijn kleine bloedvaatjes die aan de buitenkant van de hartspier lopen
Bloedtype ‘‘A’’
Kan bloed krijgen van alleen A&O /maakt antistoffen tegen B
Bloedtype ‘‘B’’
Kan bloed krijgen van alleen B&O /maakt antistoffen tegen A
Bloedtype ‘‘AB’’
Kan bloed krijgen van A, B en O /maakt geen antistoffen
Bloedtype ‘‘O’’
Kan bloed krijgen van alleen O /maakt antistoffen tegen A & B
Onthoud!
Bloed klonterd met bloed die de antistoffen maakt tegen jouw bloed.
Als je bloed klonterd betekend dit dat jij die bloedgroep hebt.
Bloedgroep B maakt antistof A dus als je B binnen krijgt en het gaat klonteren, dat betekend dan dat je bloegroep A hebt
Onthoud!
Rhesus positief kan aan alleen Rhesus positief geven
Rhesus negatief kan aan zowel Rhesus positief en negatief geven (Rhesus negatief is gewoon bloed zonder extra’s dus kan overal in, exclusief de bloedgroep)
Locatie ‘‘longader’’
aan de zuurstofrijke kant van het lichaam naar het hart toe
Locatie ‘‘longslagader’’
aan de zuurstofarme kant van het lichaam naar de long toe