Optimale Programma Ontwikkeling Flashcards

1
Q

Definitie: Trainingsintensiteit

A

Een percentage van je ‘one repetition
maximum’ (% 1RM), oftewel het gewicht waarmee je
maximaal 1 herhaling kunt maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Definitie: Trainingsvolume

A

Een maatstaf voor de totale hoeveelheid werk die je
in een trainingssessie verricht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Definitie: Trainingsfrequentie

A

Het aantal keer dat je per week een oefening uitvoert of een spiergroep traint

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Leg uit waarom zowel hogere als lagere herhalingsreeksen vergelijkbare spiergroei kunnen stimuleren.

A

De hypertrofiezone ligt rond de 5-30 RM. 1-5RM werk is effectief in het stimuleren van de spiergroei op rep per rep basis, omdat je snel volledige motorunit recruitment krijgt&raquo_space; hoge mechanische spanning.
Bij lagere (-gewicht) rep sets is er geen sprake van en hoog totaal hoeveelheid belasting of lange T.U.T., dus op een set per set basis kan dit minder effectief zijn dan hogere rep sets per spiergroei.

Hogere rep sets kunnen wel effectief zijn tot een bepaald punt (minimaal 30% van 1RM). Vroeg in de set bereik je nog geen hoge mechanische spanning, maar door de opgehoopte neuromusculaire vermoeidheid wordt de rekruteringsdrempel van motoruntis, met een hogere drempelwaarde, verlaagd. Daarom kan je nog steeds volledige rekrutering in de motorunits bereiken als je dicht to falen traint.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat heeft de lengte van je wijsvinger te maken met de genetische potentie die je voor sporten zou hebben?

A

Hoe korter je wijsvinger is en hoe langer je ringvinger is, hoe
hoger de testosteronblootstelling is geweest in de baarmoeder. Dit zorgt voor hogere potentie voor sporten waarbij androgene eigenschappen voordeel bieden, zoals krachtsport.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe weerhoud je structuur zich tot je spierpotentieel?

A

Het hebben van een groot skelet met dikke botten helpt het ondersteunen van
spiermassa. Hoe dikker je geraamte is, hoe meer spier er omheen gebouwd kan
worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waarom is het niet slim om iemands trainingsstatus te bepalen puur op hoeveel jaar iemand getraind heeft?

A

We willen weten hoe ontwikkeld de spier is, niet hoelang of hoeveel deze is getraind. Training is geen garantie voor spiergroei. veel mensen trainen ontzettend veel, zonder enige progressie in spiergroei te behalen. Het is dus geen directe indicatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Los van spiergroei: geef een reden om met hogere intensiteit te trainen

A
  • verbetering van peesgroei, het maakt je minder gevoelig voor blessures op de lange termijn;
  • tijds efficient
  • zorgen minder voor neuromusculiare vermoeidheid dan hogere reps;
  • zijn beter voor krachtontwikkeling.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Los van spiergroei; geef een reden om met lagere intensiteit te trainen

A
  • Er is meer risico op acute blessures;
  • Verbeterd het uithoudingsvermogen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly