Oog Voor Talenten

Question 1

Meervoudige intelligentie

Answer 1

Talenten

Question 2

Intelligentie

Answer 2

Informatie op een bruikbare manier te verwerken. Inzetten om problemen op te lossen

Question 3

Verbaal- linguïstische intelligentie

Answer 3

Lezen, schrijven en communicatie.
Verhalen, rijmpjes, versjes.
Woordgrapjes, gedichten.

Question 4

Logisch- mathematische intelligentie

Answer 4

Analytisch, logisch en geordend.
Puzzels, abstractie, rekenen, principes, patronen.

Question 5

Visueel- ruimtelijke intelligentie

Answer 5

Ruimtelijk, beelden, taal, fotos, afbeeldingen, figuren.
Tekenen, kleur, vorm, verhouding.

Question 6

Muzikaal- ritmische intelligentie

Answer 6

Melodieën, ritme, klanken. Ezelsbruggetjes, rijmpjes

Question 7

Lichamelijke- kinetische intelligentie

Answer 7

Motorische handelingen. Zekerheid, handelen en mimiek

Question 8

Naturalistische intelligentie

Answer 8

Ordenen, verbanden, samenhang. Observeren, horen, proeven, ruiken.
Kijken, observeren, analyseren, redeneren.

Question 9

Naturalistische intelligentie

Answer 9

Ordenen, verbanden, samenhang. Observeren, horen, proeven, ruiken.
Kijken, observeren, analyseren, redeneren.

Question 10

Interpersoonlijke intelligentie

Answer 10

Gevoelens van anderen waarnemen en begrijpen. Interesse in anderen. Graag in groepen werken.

Question 11

Intrapersoonlijke intelligentie

Answer 11

Zelfinzicht. Op de achtergrond, graag alleen. Eigen wereldje. Doelgericht

Question 12

Basisvoorwaarden docent

Answer 12

Docent kent eigen intelligentiepatroon
Docent neemt MI schematisch op in lesprogramma
Docent observeert en bevraagt studenten op voorkeuren
Docent werkt professioneel, is veelzijdig, creatief en heeft lef