Groepsdynamica Flashcards
1
Q
Forming
A
Gespannen, groepjes, plaats bepalen
2
Q
Storming
A
Opstand, echte groepen vormen
3
Q
Norming
A
Waarden en normen, wat is mijn plaats in de groep
4
Q
Performing
A
Samenwerking, elkaars talenten benutten
5
Q
Voorzitter
A
Overeenstemming
Doelgericht
Beslisser
Tolerant
6
Q
Vormer
A
Besluitvorming
Meerder standpunten
Productief
7
Q
Plant, innovator
A
Verbeeldingskracht
Origineel
Creatief
Niet praktisch
Kritisch
8
Q
Monitor
A
Analytisch
Kritisch
Serieus
Goed beoordelingsvermogen
Objectief
9
Q
Bedrijfsman
A
Praktische organisator
Concreet
Realistisch
10
Q
Brononderzoeker
A
Sociaal
Verzamelen van ideeën
Veel praten
11
Q
Groepswerker
A
Stimuleert teamleden
Communicatie
Sociaal opmerkzaam
Sfeer
12
Q
Zorgdrager
A
Precies
Zorgelijk en sterk taakgericht