Ontwikkelingspsychologie Flashcards

1
Q

Welke 6 sociale wetenschappen zijn er?

A

Psychologie
Sociologie
Psychiatrie
Pedagogiek
Orthopedagogie
Antropologie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is psychologie?

A

Onderzoekt:
Gedrag + ontwikkeling gezonde mens
Gedachten, gevoelens + handelswijze
Neurologische proces dat dit veroorzaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is sociologie?

A

Onderzoekt:
Omgang tussen mensen
Invloed van mensen op elkaar
Patronen in maatschappij
Effecten daarvan op individu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is psychiatrie?

A
  • geneeskunde
  • diagnosticeert
  • Behandelt psychische, emotionele en gedragsstoornissen
  • geeft inzicht ing gezond en afwijkend gedrag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is pedagogiek?

A

Onderzoekt de invloed van de opvoeding op ontwikkeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is orthopedagogie?

A

Onderzoekt stoornissen in normale ontwikkeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is antropologie

A

Kijken naar de mens in al zijn aspecten (lichamelijk + cultureel). Sociale wetenschappen en gedragswetenschappen gecombineerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Op welke vijf gebieden ontwikkeld een mens zich? En wat hoort er bij die gebieden?

A
  • Lichamelijk (groei, verandering, hoe hezond houden)
  • Motorisch (bewegen, zintuigen)
  • Cognitief (ontwikkeling brein, hoe leren, denken en begrijpen)
  • Sociaal- emotioneel (gevoelsleven en sociale omgang)
  • Seksueel (lustbevrediging, seksuele gevoelens en tot puberteit sensuele gevoelens)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waar gebuik je slaap voor? Waar slaapt een baby het beste?

A

Om te groeien en hersenen te ontwikkelen. Indrukken uit de wereld een plek geven, dit helpt bij begrijpen. Baby slaapt het beste in lauwe rustige omgeving met veel buitenlucht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe ontwikkeld een baby op motorisch gebied?

A

Bij de geboorte zijn de spieren nauwelijks ontwikkeld. Omdat het in de baarmoeder gedragen werd door vruchtwater. Ondersteun de baby daarom goed. Vooral het zware hoofd is voor de baby moeilijk om omhoog te houden. Ontwikkeling kun je stimuleren door spelletjes en contact. Geef de baby ruimte om in eigen tempo te ontwikkelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is assimilatie en bij welk ontwikkelingsgebied hoort dit?

A

Cognitieve ontwikkeling, het structuren van info

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is accomodatie?

A

Plaatsen van info in de juiste context

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe leert een baby?

A

Via zintuigen. Voelen is erg belangrijk. Proeven ruiken en betatsten van de omgeving. Hierdoor word temp stuctuur en vorm van obejecten geleerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe leert een baby emoties? Aan wie hecht de baby zich? Wat als er geen veilige hechting is? Wat is de meest gevoelige fase in dit process en wat is dit?

A

Door lichaamstaal en oogcontact. De primaire verzorgers. Deze band is de basis voor onze sociale omgang met anderen. Risico op ontwikkelingsstoornis. De eenkennigheidsfase: baby wil alleen contact met persoon die het dichtst bij hem staat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de orale fase? Waar is aanraking belangrijk voor?

A

Fase waarin de baby genot ervaart via mind en waarbij lustgevoelens bevredigt worden. Om uit te groeien tot een mens dat zich veilig en de moeite waard voelt. Babymassage kan hierbij helpen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Ontwikkelingen op lichamelijk gebied dreumes 1 -2 jaar

A
  • Gaat meer in de breedte groeien dan in lengte
  • zintuigen ontwikkelen razendsnel
    Stimulatie door zand water harde en zachte voorwerpen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat hoort bij de exploratiedrang (ontdekkinsreis) op 1/2 jarige leeftijd? Wat is hier als begeleider belangrijk bij?

A

1 jaar; voorzichtig stapjes zetten
2 jaar; volledig mobiel
- stoten, dingen omtrekken, klimmen, dingennin mond stoppen.
Zoek balans in het onderzoeken/exploreren en grenzen stellen.

18
Q

Wat is de sensomotorische ontwikkeling?

A

Onderscheid maken tussen jezelf en de rest van de wereld

19
Q

Waardoor leert een dreumes vooral?

A

Door doen en uitproberen leert hij zichzelf en de omgeving kennen. Dagelijks leert hij nieuwe woorden. Ze snappen veel meer dan je denkt, maar kunnen het niet onder woorden brengen. Wat frustrerend is.

20
Q

Waarom doet de dreumes alles na (imitatie)?

A

Om te leren hoe de wereld werkt. Het verschil leren tussen ik en de ander. Uitproberen wat het effect van zijn gedrag op de omgeving is.

21
Q

Sensuele ontwikkeling dreumes

A

Ontdekt dat hij een eigen geslacht heeft. Uitgebreid onderzoek. Normaal gedrag maar kan niet overal. Iemand lichaam is priveterein en dat moet je accepteren.

22
Q

Waarom is de peuter fase zo intensief?

A

Het kind ontwikkelt een ik-bewustzijn. Speelt naast anderen kinderen maar niet met. Zit vol energie. Wil omgeving naar zn hand zetten.

23
Q

De peueter en eten

A

Peuter heeft een bol buikje, puppy vet. Eetlust neemt af en is kieskeurig. Gezellige ontspannen sfeer aan tafel helpt om plezier in eten te houden. In deze fase wordt vookeur voor eten ontwikkeld. Melkgebit goed ontwikkeld suiker kan het erg beschadigen en darabij ook het blijvende gebit. Speenfles is favo

24
Q

Hoe worden de grove en fijne motoriek verbeterd?

A

-> bewegen sporten dansen spelen en sporten
-> puzzels knutselen en bouwmaterialen

25
Q

Wat is de differentiatiefase

A

Woordenschat vab 250 woorden naar 1500.
Gevoelns duidelijk maken met taal
Zinnen wormen en vragen beantwoorden.
Ondersteun door correct en duidelijk te praten, voorlezen, praten over begrijpelijke en interessante dingen. Moedig praten aan.

26
Q

Wat houd magisch denken in?

A

Geen onderscheid tussen werkelijkheid en fantasie. Voor de peuter is de werkelijkheid qat hij ziet en denkt. Voorwerpen kunnen allerlei vormen annemen. Kinderen kunnen snel angstig worden door hun kevendige fantasie. Je kunt beter monsters verslaan dan zeggen dat het niet echt is. Soms kunnen ze dingen zeggen die niet waar zijn zoor hun fantasie.

27
Q

Wat is de koppigheidsfase van de peuter?

A

Peuter heeft in de gaten dat hij anderen kan beinvloeden. Eist aandacht en word driftig. Onderscheid tussen goed en slecht is er. Maar niet waarom en experimenteerd hiermee. Blij zelf rustig en vriendelijk maar consequent. Hierdoor help je met grenzen omgaan en anderen.

28
Q

Wat is de analefase?

A

Kind leert dat het fijner is om ontlasting te laten gaan dan in te houden. Naar de wc gaan kan ingewikkeld en eng zijn. Peuter onderzoekt verschillen in jongens en meisjes.

29
Q

Veranderingen bij jonge schoolkinderen op lichamelijk gebied.

A

Pupyvet verdwijnt -> spieren
Groei lengte en gewicht evenredig
Gevoelige periode obesitas
(Bijv als peuter verkeerd eetpatroon aangeleerd of onvoldoende beweging)
Tanden wisselen.

30
Q

Ontwikkelingen motorisch gebied jonge schoolkind

A

Veel energie, bewegelijk, beter evenwicht bewaren. Beter concentratievermogen. Weinig buiten spelen kan ontwikkeling belemmeren.

31
Q

Ontwikkelingen cognitief gebied jonge schoolkind

A

Minder fantasie
Inzicht oorzaak gevolg
Betere verwoording wat en waarom hij iets doet
Wel egocentrisch, denkt dat hij de oorzaak is van alle gebeurtenissen
Denkt meer inuitief dan rationeel (aanboelen/verstand) -> pre operationele fase

32
Q

Ontwikkelingen op sociaal emotioneel gedrag jong school kind

A

Hechte vriendschappen
Imitatie speelt grote rol, erbij horen
Groep erg belangrijk.
Groepsregels groepsgedrag en rolverdeling wordt zichtbaar

33
Q

Waarom stout?

A

Geweten is ontwikkeld nu. Regels overtreden bij tekort aan positieve aandacht, onduidelijk of irrelevant, grenzen verkennen, regels ter discussie stellen. Als volwassene bedenk je wat een kind echt nodig heeft. Negatief gedrag negeren.

34
Q

Sensuele ontwikkeling jonge schoolkind

A

Minder makkelijk bloot. Schaamte rond seksualiteit. Het roepen van vieze woorden vinden ze spannend.

35
Q

Lichamelijke ontwikkeling ouder schoollind

A

Lichaamsverhoudingen in evenwicht. Jongens rond 12 jaar groeien penis en schaamhaar. Meisjes zijn langer en hebben groeispurt rond 11 jaar en sommigen krijgen al borsen.

36
Q

Kenmerken pre puberteit

A

Geslachtskenmerken worden duidelijker. Oestorgeen en testosteron zorgen ervoor dat het lichaam kan voorplanten. Ook beïnvloeden ze gevoelens. Wisselende emoties. Wara kind slecht mee om kan gaan net als lichamelijke veranderingen.

37
Q

Lwat te doen wanneer kind onzeker is over lichaam?

A

Creer veilige en positieve omgeving waarin het kan experimenteren. Qua sport etc

38
Q

Cognitieve ontwikkeling ouder schoolkind

A

(Technisch) inzicht, ordenen, structuur en samenhang zien
Van concreet naar abstract denken (niet direct waarneembare dingen)
Analyseren en reflecteren over gevolgen van zijn handelingen (de concreet operationele fase). Inzicht in hoe anderen hem ervaren, leer zichzelf op waarde schatten. Negatief zelfbeeld door wrinig positieve ervaringen.

39
Q

Ontwikkelingen sociaal emotioneel gebied oudere schoolkind

A

Behoefte aan privacy. Eigen mening, wil geaccepteerd worden maar ook uniek zijn. Een plekje in de groep veroveren gaat vaak ten koste van anderen. Pesten uit eigen onzekerheid of angst zelf doelwit te worden.

40
Q

Latente fase

A

Er zijn seksuele fantasieennmaar worden onderdrukt. Seksualiteit is beladen. Dubbelzinnige dingen.